Begincompetentie
Eindcompetenties opleidingsonderdelen Fysica 3 en Fysica 4.
Eindcompetentie
Eindcompetenties opgesteld naar de basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs groep 1:
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.8 De student bereidt een observatie en evaluatie voor. Aan de hand van de leerplannen en een schoolagenda, de leerstof fysica en WW kan de student een evenwichtig jaarplan opstellen en via duidelijk geformuleerde evaluatiedoelstellingen toetsen opstellen voor WW en Fysica.
De leraar als opvoeder
2.3 De student bereidt door attitudevorming leerlingen voor op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie.
2.4 De student hanteert actuele maatschappelijke ontwikkelingen in een pedagogische context.
De leraar als inhoudelijk expert:
3.1. De student beheerst de basiskennis, volgt en bevraagt de recente evoluties i.v.m. inhouden en vaardigheden uit het vakgebied.
De student kan de verschillende types van harmonische trillingen herkennen, beschrijven en berekenen via de begrippen amplitude, pulsatie, frequentie, de harmonische trilling grafisch voorstellen aan de hand van experimenten, eenvoudige trillende systemen experimenteel onderzoeken, de begrippen zwevingen en resonantie wiskundig afleiden en toepassen.
De student kan de begrippen lopende golf, staande golf, transversale golf, longitudinale golf beheersen, verklaren en toepassen, het Doppler – effect wiskundig benaderen en toepassen,
de begrippen reflectie, buiging, breking, diffractie, interferentie, verstrooiing en polarisatie beschrijven en toepassen met golftheorie, het quantummechanisch karakter van licht aanbrengen.
3.2. De student wendt de verworven domeinspecifieke deskundigheid aan
3.3. De student situeert en integreert het eigen vormingsaanbod in het geheel van het onderwijsaanbod. De student kan de opvattingen omtrent de moderne fysica (Relativiteit en quantumfysica)beschrijven en situeren in het geheel van de fysica als wetenschap.
De moderne fysici kunnen gesitueerd worden in wetenschappelijke context.
De leraar als innovator :
5.1. De student wendt vernieuwende elementen aan en hij kan ook vernieuwende elementen aanbrengen. De student is bedreven in het opstellen van lessen en lessenreeksen fysica, met vakoverschrijdende invalshoek, op basis van contexten en met aandacht voor actieve werkvormen.
5.3. De student bevraagt het eigen functioneren en stuurt bij.
De leraar als cultuurparticipant
10.1 De student onderscheidt rond het cultureel - wetenschappelijke domein actuele thema’s en ontwikkelingen en benadert deze kritisch. De leraar identificeert relevante informatie rond deze thema’s.
De student werkte aan volgende attitudes : A1 (beslissingsvermogen), A3 (kritische ingesteldheid), A4 (leergierigheid), A8 (creatieve gerichtheid)A10 (taalgebruik en communicatie).
Inhoud
Trillingen
1. Periodieke verschijnselen
2. De harmonische trilling
3. De gedempte harmonische trilling
4. De gedwongen harmonische trilling
5. Samenstellen van trillingen
Golven
1. Lopende golven
2. Staande golven
3. Het Doppler – effect
4. Het golfkarakter van licht
Jaarplanning en toetsen
1. Jaarplanning
2. Toetsen
3. Opdracht
Moderne Fysica
1. Relativiteit
2. Quantumfysica
Leerinhouden en demonstratie- proeven fysica
1. Wetenschappelijk Werk
2. Fysica 1e en 2e graad ASO
3. Didactische vaardigheden bij het opstellen van demonstratieproeven fysica
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- Lieven Scheire in zijn element: fysica!
Evaluatie
Het respecteren van de deadlines voor werkstukken geldt als voorwaarde voor opname van de punten in het eindcijfer.
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen met mondelinge voortzetting | | 60% | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Opdrachten | | 40% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen met mondelinge voortzetting | | 60% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | | 40% |