Hoofdpagina | Brugprogramma Bachelor in de verpleegkunde

Anatomie, fysiologie en pathologie 1


Studiepunten6Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar2Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Kutten Miriam

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege

Begincompetentie

eindcompetenties van de 4de graad verpleegkunde en van het eerste programmajaar brugopleiding


Eindcompetentie

De verpleegkundige als KLINISCH BEOORDELAAR EN ZORGVERLENER verleent professioneel verpleegkundige zorg op maat
5. Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief.
6. Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde
7. Verpleegproblemen en behoeften identificeren en onderscheiden
8. Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem
10. De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen
11. Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren
12. Primaire en secundaire preventie toepassen
Goede verpleegkundige zorg start met een zorgvuldige verpleegdiagnose.
Deze cursus wil studenten verpleegkunde een theoretische onderbouw bieden om te komen tot een correcte verpleegdiagnose: verpleegkundigen moeten in staat zijn om belangrijke diagnostische gegevens waar te nemen, te herkennen en te rapporteren.

De kennis van de anatomie is noodzakelijk om gegevens synthetisch te kunnen weergeven en die informatie correct te kunnen uitwisselen. De fysiologie of normale werking van het menselijk lichaam is dan weer de basiskennis voor de studie van de pathologie of ziektenleer.

De studie van de pathologie verleent inzicht in de actuele visie op ziekte, ziekte-oorzaken en ziektemechanismen (pathogenese).
De cursus beoogt een globaal inzicht te geven in de meest frequente aandoeningen. Deze diverse aandoeningen worden systematisch behandeld. Achtereenvolgens belichten we: de bepaling, de etiologie, de symptomatologie, de diagnose en de behandeling.
De student kan een volledig beeld geven van de ernstige en frequent voorkomende aandoeningen volgens volgend stramien:
1. bepaling: definieer wat er fout loopt
2. etiologie: welke oorzaken zijn gekend?
3. symptomen: welke klachten vertoont de patiënt en waarom?
4. diagnose: welke pathologie heeft deze patiënt en waarom?
5. behandeling: schets in grote lijnen de therapie
De student kan de overige aandoeningen summier schetsen en situeren binnen het geheel van de pathologie.
De student kan op een heldere wijze correcte medische informatie over ziekten terugkoppelen naar de kennis van anatomie en fysiologie.

Na de identificatie van de verpleegproblemen en –diagnosen moeten deze weergegeven worden volgens prioriteit en haalbaarheid.
Vervolgens worden deze doelstellingen en geïndividualiseerde zorgplannen continu aangepast volgens de noden van de cliënt en na (eventueel interdisciplair) overleg. Een professionele rapportering is hierbij vereist.
Daarna moet de cliënt naar de toekomst toe geïnformeerd en begeleid worden om gezonde keuzes te maken (primaire preventie) en vroegtijdig actie te ondernemen bij alamerende kenmerken wanneer de cliënt behoort tot een risicogroep (secundaire preventie).

De verpleegkundige als ORGANISATOR EN COÖRDINATOR organiseert en coördineert de diverse aspecten van de zorg
13. De zorg organiseren en coördineren
De student geeft - na kritische reflectie - aan in welke omstandigheden moet doorverwezen worden naar andere disciplines voor de verdere opvolging en zorg van de zorgvrager.
De student bezit de nodige vaardigheden om in functie van prioriteiten deze verwijzing te realiseren naar intra-, trans- en extramurale instanties.

De verpleegkundige als PROFESSIONAL levert een bijdrage aan het bevorderen van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg
15. Zich professioneel ontwikkelen.
De student toont interesse voor nieuwe inzichten en vernieuwingen en is bereid via permanente vorming het eigen handelen bij te sturen. De student neemt de verantwoordelijkheid op om zich levenslang bij te scholen want de medische wetenschap evolueert voortdurend.


Inhoud

1. Ziektemechanismen
2. Hematologie en cardiovasculair stelsel
3. Respiratoir stelsel
4. Neurologie
De kennis van de anatomie en fysiologie is de basis voor het begrijpen van de pathologie en wordt verondersteld gekend te zijn vanuit de vroegere opleiding. Bijgevolg zal dit telkens maar kort opgefrist worden bij de pathologie: met klemtoon op het verwerven van de Latijnse en Griekse terminologie. Het is de bedoeling deze medische terminologie vlot te leren hanteren én begrijpen.

Qua pathologie wordt nog dieper ingegaan op de meest frequent voorkomende aandoeningen per stelsel met de nadruk op inzicht, begrip en recente ontwikkelingen.

We trachten:
-inzicht te verwerven in wat een concrete aandoening voor een patiënt betekent
-alert te worden voor mogelijke verwikkelingen zodat ook jij deze tijdig kan herkennen ...: je ziet maar wat je kent! ...
-logica te zien in de pathologie, uitgaande van de kennis van anatomie & fysiologie.

Bibliografie
Algemeen
* Belgisch centrum voor farmacotherapeutische informatie, Gecommentarieerd geneesmiddelenrepertorium, 2007.
* L.J. Carpenito, Zakboek verpleegkundige diagnosen, Noordhoff Uitgevers B.V., 2e druk.
* M. B. Coëlho, Zakwoordenboek der geneeskunde, 2006.
* J.T.E. De Jong, Interne geneeskunde, Bohn Stafleu Van Loghum, 5e druk, 2007.
* J.T.E. De Jong, Chirurgie, Houten / Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 2002.
* J. Dequeker, De kunstenaar en de dokter, Davidsfonds / Leuven, 2006.
* D. De Veer (e.a.), Beknopte Integrale ziektenleer, Maarssen, 2003.
* H. de Vries (e.a.), Diagnostiek van alledaagse klachten II, Bohn Stafleu Van Loghum, 2004
* A. S. Fauci (e.a), Harrison’s Principles of Internal Medicine, Mc Graw-Hill, 17e druk, 2008.
* H. Feneis, Geïllustreerd anatomisch zakwoordenboek, Bohn Scheltema en Holkema, 2006
* H. Ferner (e.a), Sobotta Atlas van de menselijke anatomie, deel 1 en 2, Bohn Stafleu Van Loghum, 3e druk.
* H. Fritsch, W. Kühnel, Sesam atlas van de anatomie, deel 2 Inwendige organen, HBUitgevers, V.H. Univers. Pers, 2006
* E.G. Harff, Algemene en speciële pathologie, Elsevier, 5e druk, 2000.
* L.C. Junqueira, J. Carneiro, Functionele histologie, 10e druk.
* L.L. Kirchmann, Anatomie en fysiologie van de mens, Utrecht, 2003.
* K. Kok, Anatomie, fysiologie en pathologie, Reed business, 13e druk, 2008.
* W.D. Reitsma (e.a), Differentiële diagnostiek in de interne geneeskunde, Houten / Diegem, 1998.
* C.F.H. Rosmalen, S. Thomas, Farmacotherapie voor de huisarts, Bohn Stafleu Van Loghum, 1996.
* S. Silbernagl, Sesam atlas van de fysiologie, HBUitgevers, V.H. Univers. Pers, 2008.
* A. Stevens (e.a.), Pathologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 2003.
* L.M. Tierney (e.a), Current medical diagnosis and treatment, Stanford / Connecticut, 1999.
* E.H. Van de Lisdonk (e.a), Ziekten in de huisartspraktijk, Utrecht, 1994.
* P. Van Royen (e.a), Bundeling aanbevelingen voor goede medische praktijkvoering, Domus medica, 2006.
* W. Van Steenbergen, Handboek medische ziektenleer voor niet-medici, Uitgeverij Acco, 2006.
* F. Verstappen (e.a.), Medische basiskennis, Lemma BV, Utrecht, 2004.
* M. J. Zaagman-van Buuren, Algemene ziekteleer, Houten / Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 1997.

Ziektemechanismen
* Zie algemeen

Hematologie en cardiovasculair stelsel
* Zie algemeen
* H.A. Bokser (e.a.), Leidraad cardiologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 2e druk, 2007.
* D. Dubin, Snelle interpretatie van ECG’s, Maarssen, 3e druk, 1998.
* J.C. Kluin – Nelemans, M.F. de Brouwer, Hematologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 1e druk, 2005.
* I.L.D. Nauta, Het cardiovasculair formularium, Bohn Stafleu Van Loghum, 6e druk, 2007.
* A. Prins, F.W.A. Verheugt, Cardiologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 2e druk, 2004
* E.E. van der Wall (e.a.), Cardiologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 2e druk, 2008

Respiratoir stelsel
* Zie algemeen
* Bijblijven, 2007/23/09, COPD, Bohn Stafleu Van Loghum, 2007, 7 - 49.
* Bijblijven, 2007/23/10, Astma, Bohn Stafleu Van Loghum, 2007, 5 - 48.
* W. de Backer (e.a.), Handboek longziekten, Uitgeverij Acco, 1e druk, 2007
* E. Bodart, I. Dab (e.a.), Astma en het kind, Belgische Kring Kinderlongartsen, 2004
* M. Demedts, Longziekten, Van Gorcum, 4e druk, 1999
* H.A.M. Kerstjens, B.S. Boot, Zorg rondom COPD, Bohn Stafleu Van Loghum, 1e druk, 2006
* H.E. van der Horst (e.a.), Astma en COPD, elsevier Gezondheidszorg, 1e druk, 2001

Neurologie
* Zie algemeen
* H.J. Gelmers, Neurologie voor verpleegkundigen, Van Gorcum, 8e druk, 2006
* R. Gonsette, Multiple sclerose, de ziekte, hoop en werkelijkheid, Brussel, 1997.
* J.B.M. Kuks, J.W. Snoek, H.J.G. Oosterhuis, Klinische neurologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 16e druk, 2007.
* J.B.M. Kuks, H.J.G.H. Oosterhuis, J.M. Fock, Praktische neurologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 1e druk, 2004.
* H.J.G.H. Oosterhuis, Oefenboek Neurologie, Elsevier Gezondheidszorg, 5e druk, 2008.
* H. Van Crevel (e.a), Handleiding neurologisch onderzoek, Houten / Zaventem, 2e druk, 1995.
* E. Ch. Wolters, H.J. Groenewegen, Neurologie, 3e druk, 2004
* E. Ch. Wolters, G.J. Hazenberg, Leidraad Neurologie, Bohn Stafleu Van Loghum, 1e druk, 2003.
* B. Zonneveld, Het neurologisch onderzoek, Utrecht, 2e druk.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Evaluatie

Onderwijsvorm

Er wordt een cursus ter beschikking gesteld, opgesteld door de betrokken lector.
De student dient notities te nemen tijdens de hoorcolleges en wordt gestimuleerd tot het stellen van vragen en het raadplegen van de bibliotheek.

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Mondeling examen100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen100%