De student bestudeert energie en vooral energie-omzettingen waarbij systeemtoestanden wijzigen. De student beschrijft het gedrag van gassen en vloeistoffen bij temperatuurveranderingen en stelt de toestanden en veranderingen ook grafisch voor in toestandsdiagrammen. De student leert de hoofdwetten van de thermodynamica en past ze toe. Vooral energie-overdrachten tussen systemen, zoals warmte en arbeid, en toestandsgrootheden, zoals inwendige energie, enthalpie en entropie, oefent de student grondig in bij de beschrijving van toestandsveranderingen en kringprocessen. Als concrete toepassing op kringprocessen bestudeert de student verbrandingsmotoren.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 03. Kritisch reflecteren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- Rol 1: ontwerp en engineering van een product, systeem of dienst
- BC01 toestellen en systemen ontwikkelen
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties