De stage geeft studenten de kans om handelingsbekwaamheid te verwerven in reële praktijksituaties. Bij de aanvang van de opleiding wordt de context vereenvoudigd, naarmate de opleiding vordert wordt de context complexer, tot tenslotte de realiteit van de échte klaspraktijk zoveel mogelijk benaderd wordt. De klemtoon in de stage ligt op het zelfstandig in handen nemen van het ganse klas- en schoolgebeuren.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
- C08 Partner van externen.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
- C10 Cultuurparticipant.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Je beschikt over de basisvaardigheden zoals ze zijn aangeven in de leerlijnen van het stageinformatieboek.