Masterproef (2009-2010)

Via de masterproef toont de student aan dat hij beschikt over het analytisch vermogen om een onderzoeksprobleem op te lossen, en dit op zelfstandige basis en op academisch niveau. Dit wordt geëvalueerd aan de hand van de volgende criteria:
  • Probleemstelling: de student kan het onderwerp van zijn masterproef correct formuleren en vertalen in een reeks van technische eisen en/of wetenschappelijke onderzoeksvragen.
  • Aanpak: de student volgt een aantal logisch opeenvolgende onderzoeksstappen voor de oplossing van het probleem. De student levert een persoonlijke inbreng bij de analyse of de realisatie.
  • Informatieverwerking: de student is in staat om informatie te verzamelen, relevante informatie te selecteren, te synthetiseren en te interpreteren.
De masterproef resulteert in een scriptie die de algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid en de onderzoeksingesteldheid van de student weerspiegelt.

A. Algemene competenties

  • 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
  • 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
  • 03. Beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context
  • 04. Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar het ontwikkelen van meer adequate oplossingen
  • 05. Beschikken over het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • 02. Kunnen ontwerpen van onderzoek
  • 07. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategiën
  • 03. Kunnen toepassen van paradigma' s in het domein van de wetenschappen en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma' s
  • 05. Het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten
  • 06. Kunnen samenwerken in een multidisciplinaire omgeving
  • 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek

C. Beroepsspecifieke competenties    

A. Volgtijdelijkheid

Biowetenschappen (ABA) / / Fysica

B. Competenties

OO:
03100067
Code:
03100067
Vakcoördinator:
Patrick Colleman
Semester:
1+2
Studiepunten:
20
Creditcontract mogelijk?
Ja
Examencontract mogelijk?
Ja
Deeltijds:
Onderwijstaal:
Nederlands
Opleidingsonderdeel type:
gespecialiseerd