In Zorgbreed onderwijs leert de student omgaan met de diversiteit in de klas en in de school. De student leert inspelen op de specifieke noden van kleuters zodat aan elke kleuter maximale groeikansen aangeboden worden. De student maakt kennis met de overige partners in de zorg en leert ouders bij de begeleiding van hun kind betrekken.
Eerste hulp: veiligheid en evacuatie, vaststellen van bewustzijn en ademhaling, hulp van omstaanders inschakelen en alarmeren, bewusteloosheid en ademhalingstilstand (CPR), verslikking, bloedingen (met inbegrip van neusbloeding), brandwonden, pijn in de borst (hartaanval), motorische/gevoelsuitval, hoofd- en wervelletsels, wondverzorging (huidwonden, splinter, vreemd voorwerp, blaar), letsels aan het voortbewegingsstelsel, orale vergiftiging, psychosociale eerste hulp.
De uitbreiding: helper zijn bij zonneslag/hitteslag/hyperthermie, amputatie, tekenbeet, insectenbeet, flauwte, hersenschudding, onderkoeling, diabetes, epelepsie, koorststuipen, kortademigheid, hyperventilatie.
Doelstellingen
A. Algemene competenties
01. Denk- en redeneervaardigheid
02. Informatie verwerven en verwerken
03. Kritisch reflecteren
04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
05. Leiding geven
06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
08. Teamgericht kunnen werken
10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën