1) In eerste instantie wordt verklaard wie aan de personenbelasting is onderworpen, m.a.w. het toepassingsgebied van de personenbelasting wordt afgebakend;
2) Berekening PB: samenstelling van de belastbare netto-inkomsten, aftrekbare bestedingen, HQ, cumul/decumul (gemiddelde aanslagvoeten), belastingvrije sommen, progressievoorbehoud i.v.m. buitenlandse inkomsten, voorafbetalingen en bonificatie, aftrek bouwsparen en lange termijnsparen; aftrek energie-uitgaven, belastingkredieten, afzonderlijke aanslagen, weerslag van de huwelijksvermogensstelsels...
3) Buitenlandse inkomsten - basisbeginselen uit de verdragen ter vermijding van de dubbele belasting;
4) Fiscaliteit van de loontrekkende
5) woonfiscaliteit (kapitaalaflossingen, interestaftrek, onroerende voorheffing...)
6) Enkele procedureregels
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De rol van informatiebeheerder.
- C02 De rol van analist.
- C03 De rol van adviseur.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Basisbeginselen begrijpen uit het gemeen en het fiscaal recht