Stage maakt deel uit van het curriculumonderdeel praktijk, dat bestaat uit twee opleidingsonderdelen: het opleidingsonderdeel praktijkatelier en het opleidingsonderdeel stage. In deze opleidingsonderdelen leert de student de algemene, de pedagogisch-didactische, de vakinhoudelijke en vakdidactische elementen integreren tot functionele praktijkhandelingen. In het opleidingsonderdeel stage krijgt de student de kans om onder begeleiding van opleidingsdocenten en mentoren handelingsbekwaamheid te verwerven in reële praktijksituaties. Stage staat in de drie jaren van de opleiding op het programma. Bij de aanvang van de opleiding leert de student tijdens de stage functioneren in een eerder eenvoudige context. Naarmate de opleiding vordert, leert hij functioneren in meer compexe klas- en schoolsituaties, die de realiteit van het secundiar onderwijs in toenemende mate benaderen. In het eerste jaar ligt het accent op het leren functioneren in een "gewone" klassituatie.