In moderne productieprocessen speelt automatisering een zeer grote rol. Steeds meer staan de automatiseringsapparaten in verbinding met mekaar of communiceren zij met PC's via allerhande netwerken. In het vak Industrieële netwerken lab maakt de student kennis met deze industriële netwerken. Het accent ligt op industriële toepassingen met praktijkvoorbeelden uit de voedingssector, petrochemische of energie sector.
De machinerichtlijn regelt de veiligheid van (geautomatiseerde) machines. De student leert vanaf het ontwerpproces van een machine veiligheid te integreren.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- Rol 1: ontwerp en engineering van een product, systeem of dienst
- BC01 toestellen en systemen ontwikkelen
- BC02 toestellen en systemen testen en beproeven
- BC03 een technisch dossier samenstellen
- Rol 2: een product of een systeem installeren en onderhouden
- BC05 systemen in bedrijf stellen
- Rol 3: de technische aspecten van een productieproces beheren
- BC11 configuraties uitvoeren
A. Volgtijdelijkheid
Elektrotechniek (PBA) / / PLC 2
B. Competenties