We spitsen ons toe op het gebruik van wiskunde in toepassingen en oefeningen. De student begint met een herhaling van de belangrijkste algebraïsche bewerkingen: machten en wortelvormen, ontbinden in factoren, breuken, volgorde van bewerkingen en werken met SI-eenheden. Daarna worden reële functies herhaald: naast belangrijke begrippen maakt de student kennis met veeltermfuncties, rationale, irrationale, logaritmische, exponentiële, goniometrische en cyclometrische functies. De student leert ook werken met complexe getallen. Daarna krijgt de student een inleiding in de analyse: continuïteit, limieten, afgeleiden en integralen.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 03. Kritisch reflecteren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- Rol 1: ontwerp en engineering van een product, systeem of dienst
- BC01 toestellen en systemen ontwikkelen
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties