De student oefent een ruime technische woordenschat i.v.m. elektrotechniek. Deze woordenschat, samen met een herhaling van de basisgrammatica en constructies typisch voor technisch Engels, moeten de student in staat stellen om vormen van technisch Engels taalgebruik (instructies, handleidingen enz.) zelf te raadplegen en te produceren. Verder bestudeert de student technische teksten: artikels, folders, handleidingen enz. Ook schriftelijke en mondelinge communicatie met klanten & leveranciers (e-mails, prijsaanvraag, offerte, bestelling, telefoneren, presenteren, enz.) komt aan bod.
A. Algemene competenties
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties