Eerst maakt de student kennis met een aantal basisbegrippen en -principes, zoals terugkoppeling. In het begin wordt vooral aandacht besteed aan de blokschematische benadering van processen en systemen. Basiselementen van een regelkring bestudeert de student via de stap-, stijg- en frequentieresponsie. Alle soorten regelaars komen aan bod: van de klassieke on/off- en PID-regelaars tot de modernste adaptieve, model- of fuzzyregelaars. Telkens tonen we de verschillende technologische implementaties. We weiden ook uit over de technologie van corrigerende organen en regelkleppen. Als de student alle elementen van een moderne automatische regelkring beheerst, onderzoekt hij verschillende regelprincipes met praktische voorbeelden: cascaderegeling, verhoudingsregeling, digitale.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- Rol 1: ontwerp en engineering van een product, systeem of dienst
- BC02 toestellen en systemen testen en beproeven
- Rol 3: de technische aspecten van een productieproces beheren
- BC10 afregelingen uitvoeren
A. Volgtijdelijkheid
Elektrotechniek (PBA) / / Wiskunde 1
B. Competenties