De studenten kunnen gesproken en geschreven instructies in het Engels en het Frans begrijpen. Ze kunnen in beide talen documenten en teksten analyseren, synthetiseren, becommentariëren en presenteren. Verder zijn ze voldoende spreekvaardig om sociale contacten aan te gaan en te onderhouden.
Studenten kunnen zakelijke brieven schrijven in het Engels en het Frans en in beide talen ook een telefoongesprek voeren. De studenten kunnen in de vreemde talen grafieken lezen en becommentariëren. Ze verwerven voldoende specifieke woordenschat van hun vakgebied.