In het vak biomechanica leert de student de mechanica toe te passen op het menselijk lichaam. Er wordt daarbij gesteund op de reeds opgedane kennis over anatomie en fysiologie. Gaandeweg worden de basisprincipes ook toegepast op een aantal pathologische gangpatronen en orthopedische apparaten.
In het vak meettechnieken leert de student kritisch om te gaan met 'gemeten' informatie. Verschillende meettechnieken worden besproken, en toegepast op het menselijk lichaam en het menselijke functioneren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de fysieke metingen en de assessment scales.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De orthopedisch technoloog kan op adequate wijze een orthopedisch hulpmiddel vervaardigen, herstellen en onderhouden.
- C02 De orthopedisch technoloog kan de patiënt en een bestaande orthopedische voorziening evalueren, de therapeutische waarde ervan inschatten en uit het gamma orthopedische voorzieningen een geargumenteerde en verantwoorde keuze maken.
- C06 De orthopedisch technoloog kan op een adequate wijze informatie verzamelen en verwerken.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties