Sinds enige tijd groeit de aandacht voor het vreemdetalenonderwijs in de basisschool. Frans krijgt hierbij in Vlaanderen de voorrang. De student verwerft de vakkennis, vaardigheden en attitudes om Frans te kunnen geven in de basisschool. Het opleidingsonderdeel komt expliciet in het curriculum van het 1ste en het 2de jaar van de opleiding. In het derde jaar van de opleiding komt het vak Frans niet meer geïsoleerd aan bod, maar geïntegreerd in verschillende modules. In het eerste jaar is Frans een semestervak dat in het tweede semester wordt gegeven. In het eerste jaar van de opleiding staan de beheersing van de basiskennis, een eerste kennismaking met de vakdidactiek en een op peil houden van de eigen mondelinge en schriftelijke beheersing van de Franse taal centraal.
A. Algemene competenties
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C10 Cultuurparticipant.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De basiskennis Frans, niveau secundair onderwijs (ASO/TSO), zou verworven moeten zijn. In het begin van het academiejaar wordt een oriënterende basiskennistoets afgenomen. De studenten die hierop (te) laag scoren, kunnen, op vrijwillige basis, hun basiskennis bijspijkeren gedurende het eerste semester.