In plantkunde bekijken we planten op organisme-niveau naar vorm (morfologie) en werking (fysiologie). De inwendige structuren (anatomie) komen aan bod in het practicum .
In biodiverstiteit maak je kennis met zowel de Monera, de Protista en de Fungi als de eigenlijke planten. Je neemt ook deel aan veldpractica over de flora.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 04. Vermogen tot kritische reflectie
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 02. Kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen
- 04. Onderzoek probleemgestuurd kunnen initiƫren
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Systematische kennis hebben van de kernelementen van een discipline.
- C03 Begrip hebben van de structuur van het vakgebied en samenhang met andere vakgebieden.
- C04 Praktisch gericht kunnen denken en handelen vanuit wetenschappelijk inzicht.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties