In het vak fruitteelt gaat veel aandacht naar de teelt. Hier komt de vermeerderingswijze, rassenkeuze, het planten en steunen, de teelttechniek, de invloeden op bloemvorming, vruchtzetting en vruchtgroei, het rijpen en plukken, de bewaring ed. aan bod. De nadruk ligt op het pitfruit. In het tweede deel van de cursus gaan we dieper in op de fysiologie van de fruitboom. We bekijken hoe de boom reageert op zijn omgeving. In het practicum gaan we de onderzoeksinstellingen en aan aantal productiebedrijven bezoeken. De bezoeken zijn zo uitgekozen dat de studenten kunnen kennismaken met verschillende productievormen en technieken.
Het opleidingsonderdeel fruitteelt moet leiden tot: -Inzicht geven in de productie van fruit -De belangrijkste knelpunten en problemen bij de productie leren kennen -Inzicht verwerven in de reacties van een vruchtboom -Een inzicht geven in de kwaliteitsklassen van fruit -De structuur van de handel leren kennen
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
- 03. Beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 02. Kunnen ontwerpen van onderzoek
- 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
- C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
- C03 In staat zijn om in domeinen van het vakgebied een originele bijdrage aan kennis te leveren.
- C04 Een onderzoekende houding aannemen, zelfstandig en resultaatgericht onderzoek kunnen uitvoeren.
- C24 Een plantaardige leefgemeenschap kunnen begrijpen, ontwerpen, optimaliseren en realiseren (BIO).
- C26 De groeiomstandigheden van planten begrijpen, kunnen optimaliseren en realiseren (BIO).
A. Volgtijdelijkheid
Biowetenschappen (ABA) / / Teelttechnieken
B. Competenties