Via het curriculum van CNAP (Cisco Network Academy Program) krijgt de student een volledig inzicht in de werking van een computernetwerk en van netwerkapparatuur zoals hubs, switches en routers. De student gebruikt netwerkbekabeling, sluit connectoren aan en plaatst de kabels. De student krijgt een inzicht in de fysische en logische samenstelling van een reëel netwerk in een bedrijfsgebouw en bouwt zelf een compacte opstelling. Voorafgaand aan de opbouw, ontwerpt de student een plan met behulp van een softwarepakket. Op dit plan geeft de student aan waar hij/zij kabelgoten plaatst, waar hij/zij een bepaald type kabel gebruikt, waar hij/zij de ruimtes plaatst waarin de routers, switchen en servers staan. De student houdt rekening met de eigenschappen van en de eisen voor een goed netwerk. Tot slot leert de student via praktische toepassingen de belangrijkste protocols op de applicatielaag waaronder DNS, HTTP, Telnet, FTP, POP, SMTP, enz. .
A. Algemene competenties
- 02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
C. Beroepsspecifieke competenties
- BC2 Keuzes maken
- BC3 Technische dossiers samenstellen
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties