De student wordt vertrouwd gemaakt met microcontrollers en hun toepassing in embedded systemen. De microcontrollers die behandeld worden behoren tot de 16- en 18 PIC-familie van Microschip. De student krijgt inzicht in het blokschema van deze microcontrollers en leert ze programmeren – in eerste instantie – in assembler. De mnemonic-instructies worden doorgelicht en de student programmeert fundamentele bewerkingen zoals rekenkundige- en logische bewerkingen, spronginstructies, arraybehandelinge, input- outputhandelingen, en dit telkens vertrekkend van een flow chart.
Vervolgens leert de student de microcontroller programmeren in de C programmertaal.
In C maakt de student programmaatjes voor input- outputhandelingen: knipperlicht, looplicht, principe koffieautomaat, …
Doelstellingen
A. Algemene competenties
01. Denk- en redeneervaardigheid
02. Informatie verwerven en verwerken
03. Kritisch reflecteren
07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
08. Teamgericht kunnen werken
09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën