De student wordt vertrouwd gemaakt met microcontrollers en hun toepassing in embedded systemen. De microcontrollers die behandeld worden behoren tot de 16- en 18 PIC-familie van Microschip. De student krijgt inzicht in het blokschema van deze microcontrollers en leert ze programmeren – in eerste instantie – in assembler. De mnemonic-instructies worden doorgelicht en de student programmeert fundamentele bewerkingen zoals rekenkundige- en logische bewerkingen, spronginstructies, arraybehandelinge, input- outputhandelingen, en dit telkens vertrekkend van een flow chart.
Vervolgens leert de student de microcontroller programmeren in de C programmertaal.
In C maakt de student programmaatjes voor input- outputhandelingen: knipperlicht, looplicht, principe koffieautomaat, …