Het beginniveau voor het vak Duits is bij de meeste studenten onderling sterk verschillend: sommigen hebben voordien reeds 4 jaar lang Duits gevolgd, anderen hebben nog nooit Duits gehad. Daarom starten we in het eerste jaar Office Management opnieuw van bij het begin. Er wordt dus geen voorkennis vereist.
Het doel van de cursus Duits in het eerste jaar is het verwerven van een algemene basis van de Duitse taal. Die basis bestaat uit een woordenschat van ongeveer 1 000 woorden en idiomatische uitdrukkingen en daarnaast de grondregels van de Duitse grammatica. De woordenschat en de uitdrukkingen worden gekozen uit de belangrijkste gebieden van het dagelijkse leven. Van de studen¬ten wordt verwacht dat ze die basis actief beheersen.
De actieve beheersing van de basis is nodig om de 4 communicatievaardighe¬den in het Duits te kunnen uitvoeren: een gesprek volgen (luister¬vaar¬digheid) en eraan deelnemen (spreekvaardig¬heid), een aangepaste tekst begrijpen (lees¬vaardigheid) en zelf een eenvoudige tekst opstellen met behulp van een woordenboek (schrijf¬vaardigheid).
Op het einde van het eerste jaar moet een student dus in staat zijn in het Duits te communiceren in een aantal veel voorkomende situaties uit het dagelijks leven.
A. Algemene competenties
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Zakelijke communicatie zelfstandig afhandelen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties