Het onderwijsvak Nederlands staat in het eerste en tweede jaar van het programma, telkens als twee aparte opleidingsonderdelen: Nederlands 1 en 2 maken dus deel uit van het curriculumonderdeel specifieke onderwijsvakvorming van het programma van het eerste jaar. In het derde jaar komt het geïntegreerd voor in verschillende modules. Nederlands is een duidelijk aanwezige leerinhoud in de lagere school maar is tevens het belangrijkste leermiddel. In dit opleidingsonderdeel (Nederlands 2) verwerft de student onderdelen van de nodige vakkennis, vakdidactische vaardigheden en attitudes om op een zinvolle manier met taal in de lagere school aan de slag te kunnen. De inhoud is afgestemd op didactische basisvaardigheden die de student nodig heeft om tijdens de stagelessen Nederlands te geven. |
De student beheerst de leerstof van de lagere school en hij beschikt over voldoende achtergrond om die leerstof zinvol te kaderen. De student is voldoende taalvaardig (mondeling en schriftelijk) om door te kunnen groeien naar een voorbeeldfunctie voor de leerlingen. De student is bereid de eigen taalvaardigheid in functie daarvan verder te optimaliseren.