'Schriftelijke communicatie' en 'werken met bronnen' zijn ondersteuningsvakken waarin de student kennis maakt met en oefent in vaardigheden om schriftelijk goed te communiceren met cliënten, collega's, beleidsmakers of een breder lezerspubliek. Hij leert ook gericht informatie te zoeken, te selecteren en aan te wenden.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De MA kan zich binnen functionele relaties authentiek verbinden met mensen en groepen.
- C02 De MA kan interacties tussen mensen in hun context beschrijven en analyseren vanuit een generalistisch perspectief.
- C03 De MA kan agogisch handelen met de inzet van algemeen menswetenschappelijke en praktijktheoretische kennis en inzichten.
- C07 De MA werkt aan zijn verdere professionalisering binnen een perspectief van levenslang leren en zich ontwikkelen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties