De student maakt kennis met een Linux-omgeving. Hij/zij leert werken met commando's in een command-line omgeving. De student werkt met basiscommando's, werkt met de shell en gaat dieper in op de verschillende fases die doorlopen worden bij het opstarten van een linux-machine. De student leert gebruikers en groepen aanmaken en persmissies instellen om de veiligheid van het systeem te verhogen. Tot slot leert de student processen automatiseren en controleren om repetitieve taken te vereenvoudigingen.
A. Algemene competenties
- 02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- BC6 ICT-systemen configureren
- BC10 ICT-systemen operationeel houden en herstellen
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties