De student verruimt de vakkennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om Nederlands te onderwijzen aan leerlingen van de 1ste en 2de graad secundair onderwijs en het volledige beroepsonderwijs. Het opleidingsonderdeel staat in de drie jaren van de opleiding op het programma.
In het derde jaar worden de competenties voor het vak Nederlands verruimd. De student werkt zelfgestuurd een portfolio uit waarin aan vaardigheden en vakinzichten wordt gewerkt. De onderwerpen zijn gericht op de rol van het Nederlands in school en maatschappij. De presentatievaardigheden en het teamgericht kunnen werken, krijgen klemtoon. De onderwerpen 'Taalvariatie' en 'Leesbevordering' krijgen aandacht.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C07 Lid van schoolteam.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
- C10 Cultuurparticipant.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties