Medische beeldvorming (2009-2010)

Het tot stand komen van rx-stralingen. De werking van een radiografietoestel. Het tot stand komen van een radiografisch beeld. De verschillende parameters en hun gebruik ( kV, mAs, ...). De bediening van het radiografietoestel en het maken van een foto van goede kwaliteit. De ontwikkeling van een radiografie. Werking en onderhoud van een automatische ontwikkelaar. Veilig werken met een radiografietoestel en de chemische produkten voor ontwikkeling. Positionereing van de patiënt tijdens de verschillende opnames. Het tot stand komen van ultrasone trillingen en het tot stand komen van een echografisch beeld. De werking van een echografietoestel en het tot stand komen van een echografisch beeld. De verschillende parameters gebruikt bij echografie. Het gebruik van echografie in de verschillende disciplines en het juist fixeren en positioneren van de patiënt. Onderhoud van het echografietoestel. Velig werken met echografie. Het tot stand komen van een endoscopisch of arthroscopisch beeld. Werking van het endoscopietoestel en werking van het arthroscopietoestel. Onderhoud van het endoscopietoestel en onderhoud van het arthroscopietoestel. Veilig werken met endoscopie en arthroscopie. Het juist fixeren en positioneren van de patiënt tijdens arrthroscopie en endoscopie. Inleiding in CT scan en MRI.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • AB1 - Omgaan met levend materiaal - Verantwoord en duurzaam omgaan met levend materiaal of in functie van levend materiaal.
  • AB2 - Technisch, technologisch vaardig zijn - Men heeft kennis over en kan werken met de machines, installaties en technieken die men hedentendage binnen het werkveld gebruikt.
  • AB4 - Een werkeenheid managen - Binnen een werkeenheid is men in staat advies en begeleiding te geven aan medewerkers naar werkplanning, personeels- en investeringsaangelegenheden.
  • AB5 - Kwaliteitszorgsystemen kunnen hanteren en/of realiseren - Binnen de werkeenheid kan men werken met bestaande kwaliteitszorgsystemen of meehelpen ze te implementeren.
  • AB-DZ-EC1: Controle op en behoud van een gezonde en veilige werkomgeving - 1A Behoud en controle van een gezonde en veilige werkomgeving - 1B Het gebruik van standaardprocedure m.b.t. de gezondheid en veiligheid van de medewerkers.
  • AB-DZ-EC4: Verantwoordelijkheid dragen over alle onderzoek-, operatie- en hospitalisatieruimten - 4A Onderhouden van de onderzoeksruimten, bijhorend apparatuur en instrumenten - 4B Assisteren bij de voorbereidingen van onderzoeken en medische ingrepen - 4C Assisteren van de dierenarts tijdens operaties en onderzoeken.
  • AB-DZ-EC5: Toedienen van eerste hulp bij dieren -Begeleiden bij en toedienen van eerste hulp bij dieren.
  • AB-DZ-EC6: Voorzien en toedienen van een aangepaste verzorging - 6A Voorzien en onderhouden van de juiste accommodatie voor de patiënt - 6B Verzorgen van en controle uitoefenen op de patiënt met specifieke noden zoals vloeistoftherapie.
  • AB-DZ-EC7: Adviseren van de klanten m.b.t. de verzorging van hun dier - 7A Klanten begeleiden en advies geven tijdens de consultaties - 7B Klanten aangepast diergeneeskundig materiaal verstrekken - 7C Begeleiden van klanten bij het ontslaan van patiënten.
  • AB-DZ-EC9: Medische beeldvormingstechnieken voorbereiden en uitvoeren - 9A Het nodige materiaal klaarleggen en de nodige voorbereidingen treffen op het dier - 9B Het uitvoeren van radiografie op een dier.
  • AB-DZ-EC10: Voorbereidingen treffen voor chirurgische ingrepen - 10A Het bepalen, onderhouden en voorbereiden van de chirurgische omgeving en het nodige materiaal voor de chirurgische ingrepen - 10B De patiënten klaar maken voor diergeneeskundige ingrepen.
  • AB-DZ-EC11: Assisteren van de dierenarts tijdens chirurgische ingrepen - 11A Assisteren van de dierenarts tijdens de chirurgische ingrepen - 11B Verlenen van postoperatieve zorg aan de patiënten.
  • AB-DZ-EC12:Assisteren bij de anesthesie - 12A Het nodige materiaal gebruiksklaar maken - 12B De dieren voorbereiden voor anesthesie - 12C Assisteren bij de toediening en controle uitoefenen tijdens anesthesie.
  • AB-DZ-EC13: Gebruiken en toediening van geneesmiddelen - 13A Het gebruik van de medicijnen uitleggen aan de klant - 13B De patiënt medicijnen toedienen.
Toelichting:
De studenten kennen de werking van een radiografietoestel en het tot stand komen van een radiografisch beeld. De studenten kunnen een radiografietoestel bedienen. De studenten kunnen een radiografisch beeld tot stand brengen en eventueel aanpassen. De studenten kunnen een radiografie ontwikkelen door manuele ontwikkeling of door automatische ontwikkeling. De studenten kunnen de verschillende ontwikkelbaden vervangen en op een gepaste manier afvoeren. De studenten kunnen de automatische ontwikkelaar reinigen en bedienen. De studenten kunnen de patiënten op juiste wijze positioneren. De studenten kennen de veiligheidsregels in verband met het werken met radiografische stralen en kunnen de klanten hieromtrent verwittigen. De studenten kunnen veilig werken met radiografie. De studenten kennen de werking van een echografie toestel en hoe een echografisch beeld tot stand komt. De studenten kunnen een echografietoestel bedienen en onderhouden. De studenten kunnen assisteren tijdens een echografisch onderzoek. De studenten kunnen de patienten juist positioneren tijdens echografisch onderzoek. De studenten kennen een endoscopietoestel en weten hoe een endoscopisch beeld tot stand komt. De studenten kunnen het toestel onderhouden. De studenten kunnen assisteren tijdens endoscopie en arthroscopie. De studenten kunnen de patienten juist positioneren en fixeren tijdens endoscopisch en arthroscopisch onderzoek. De studenten kennen het principe van Mri en CT scan.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Kennis van de anatomie van de huisdieren.( Anatomie en Fysiologie van de huisdieren, Dr. I.Blom, geschreven cursus 2DA)

A. Type

  • cursus
  • audiovisueel materiaal
  • Andere: power point

B. Verplichte leermiddelen

Dr. Ingrid Van Tichelen, 2005, medische beeldvorming, niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Geel

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • stage
  • Andere: bezoek radiologie museum

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • mondeling examen
  • paper/werkstuk

B. Omschrijving

OA:
03293131
Code:
03293131
Vakcoördinator:
Ingrid Van Tichelen
Semester:
1
Studiepunten:
2
Onderwijstaal:
Nederlands