Varkenshouderij: zeugenhouderij - biggen/vleesvarkenshouderij - fokkerij en selectie - voeding en voedermiddelen
Pluimveehouderij: anatomie & fysiologie - leggen ei - het broedei en de broeierij - management braadkippen - management moederdieren - management leghennen - rendabiliteit pluimveehouderij
Konijnenhouderij: situering konijnenhouderij in Vlaanderen-Europa_Wereld - voeding van het konijn - reproductie - huisvesting en verzorging - fokkerij en selectie - management en administratie
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
- 04. Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar het ontwikkelen van meer adequate oplossingen
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 03. Kunnen toepassen van paradigma' s in het domein van de wetenschappen en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma' s
- 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
- C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
- C03 In staat zijn om in domeinen van het vakgebied een originele bijdrage aan kennis te leveren.
- C04 Een onderzoekende houding aannemen, zelfstandig en resultaatgericht onderzoek kunnen uitvoeren.
- C06 Een diagnose kunnen stellen.
- C07 Een technisch ontwerp kunnen maken.
- C08 Het productieproces kunnen opstarten, verbeteren en bedrijfszeker maken.
- C10 Rekening houden met natuur, milieu, veiligheid en zorgsystemen.
- C28 Een dierlijk gedrag in een leefgemeenschap begrijpen, ontwerpen, optimaliseren en realiseren (LB).
- C29 De zoötechnische prestaties van de dieren begrijpen en hiermee een huisvesting ontwerpen, optimaliseren, sturen en realiseren (LB).
- C30 De veevoeding naar vorm, samenstelling en rantsoen begrijpen en de zoötechnische prestaties optimaliseren (LB,V).
- C31 Een productieproces van levensmiddelen begrijpen, realiseren en optimaliseren vanuit de diverse vakdomeinen (chemie, microbiologie, technologie, veiligheid, …) (V).
Toelichting:
De student verwerft inzicht in het belang van een wetenschappelijk gefundeerd management van de integrale intensieve veehouderijen (varkenshouderij, pluimveehouderij, konijnenhouderij) voor een zoötechnische, economische ecologische en ethologische optimalisatie. Hierbij zal hij een duidelijk inzicht dienen te verwerven in de mogelijkheden die een dergelijk management bieden, maar tevens ook dient hij bewust te zijn van de beperkingen van de huidige mogelijkheden ten gevolge van de (nog) beperkte kennis door de enorme complexiteit van dit biologisch gebeuren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Algemene zoötechnie
Basiskennis chemie
Basiskennis biologie en dierkunde
Elementaire kennis van voedermiddelen en voeding
Zoötechnie
Basiskennis biologie
Basiskennis chemie
Ruime kennis van algemene dierkunde
Begrippen van anatomie en fysiologie
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
B. Verplichte leermiddelen
Algemene zoötechnie Eigen cursus
Handboeken en tijdschriften over dieren
Bezoeken aan gespecialiseerde beurzen over dierlijke productie
Vaktijdschriften over zoötechnie
Tentoonstellingen, studiedagen en demonstraties bijwonen
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
- oefenpracticum
- bedrijfsbezoeken
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
B. Omschrijving