Denk- en redeneervaardigheid:
-De student kan de kennis verworven binnen dit opleidingsonderdeel zinvol toepassen in oefeningen en stageopdrachten en integreren bij het uitvoeren van de opdrachten bij dit onderdeel.
- De student kan de theoretische inzichten van dit opleidingsonderdeel verbinden met andere literatuur.
Informatie verwerven en verwerken:
- De student kan de aangeboden leerstof met het nodige inzicht verwerven.
- De student kan opdrachten duidelijk lezen en met alle aspecten rekening houden.
- De student kan kritisch informatie en didactische materialen die voorhanden zijn beoordelen en selecteren.
- De student kan op een kritische manier een themamap aanleggen .
- De student kan zelfstandig op zoek gaan naar pedagogisch-didactische literatuur; deze informatie samenvatten en zinvolle elementen uithalen om toe te passen in de kleuterklas.
Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën:
- De student kan een opdracht analyseren en adequaat aanpakken.
- De student kan een persoonlijke verwerking maken van de aangeboden leerinhouden.
- De student integreert inzichten uit andere opleidingsonderdelen bijvoorbeeld bij het maken van een weekschema.
Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk:
- De student kan zijn aanpak in verband met thematisch werken, doelgericht werken, klasorganisatie, ervaringsgerichte leerkrachtstijl en het belang hiervan toelichten en beargumenteren.
- De student komt tot een persoonlijke visie op thema's in de pedagogisch-didactische literatuur die aansluiten bij de aangeboden leerstof.
Begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen:
- De student kan de beginsituatie van de kinderen en de groep achterhalen en van daaruit de betekenisvolheid van een thema bevragen.
- De student kan doelstellingen kiezen en formuleren.
- De student kan een thema zinvol uitwerken.
- De student kan leerervaringen voor kleuters structureren in een goed opgebouwd weekschema.
- De student kan al enkele stappen zetten in het voorzien van een ontwikkelingsrijk milieu, rekening houdend met de kleuterprofielen.
- De student kan kinderen stimuleren in hun spel.
- De student kan, op basis van de kleuterprofielen, gericht kijken naar kleuters.
Organisator:
- De student kan een stimulerende, werkbare en veilige klasruimte creëren: zorgen voor een vlotte organisatie van het opstarten,opruimen, overgangen.
- De student kan activiteiten plannen in een goede dag- en weekplanning.
Inhoudelijk expert:
- De student kan een eigen aanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod: thema en activiteiten uitwerken en doelen formuleren bij aanbod dat hij voorziet, gebruik makend van de kleuterprofielen.
- De student kan een thema verantwoorden vanuit de betekenisvolheid en ontwikkelingswaarde.
- De student kan achtergrondinformatie in verband met een thema opzoeken en verzamelen en bewerken in een themamap.
Opvoeder:
- De student kan een positief leerklimaat creëren: aanzet tot ervaringsgerichte dialoog, visie ontwikkelen in verband met met straffen en belonen, goed omgaan met grenzen en afspraken, oog voor verschillende aspecten van de ervaringsgerichte leidsterstijl.
Partner van ouders en verzorgers.
- De student kan discreet omgaan met gegevens over kinderen.
Geen specifieke voorkennis vereist.
1ste examenperiode | 2de examenperiode | 3de examenperiode | |||
% | vorm | % | vorm | % | vorm |
30 | Individuele taak | 30 | Individuele taak | ||
70 | Schriftelijk examen | 70 | Schriftelijk examen |