In dit opleidingsonderdeel ligt de nadruk op de reflectieve vaardigheid van de student. Vanuit een kritisch-probleemgerichte en metacognitieve reflectie toont hij doorheen het jaar aan dat hij in staat is zijn eigen leren in handen te nemen en vorm te geven. De student formuleert eigen leerdoelen in functie van de taakinvulling op de stage en de te realiseren basiscompetenties.
De student kan domeinspecifieke kennis en vaardigheden inzetten in functie van zijn eigen leerproces.De student kan kritisch nadenken over het eigen functioneren en van daaruit het eigen functioneren gericht bijsturen. Hij kan innovatief omgaan met hindernissen om zo groeimogelijkheden te creëren. De student kan zich onderzoeksgegevens eigen maken ter optimalisering van zijn onderwijspraktijk en leerproces. De student kan zijn evolutie en aanpak in team bespreekbaar stellen en discreet omgaan met gegevens van anderen. De student kan dialogeren over het lerarenberoep en zijn visie daarover formuleren.
Stagehandleiding
In een POP ( Persoonlijk Ontwikkelingsplan) formuleert de student zijn groeicompetenties en bloeicompetenties. Hij houdt hierbij rekening met zijn eigen leerbehoeften en met de verwachtingen van de opleiding. Aan de hand van een portfolio beschrijft hij de weg die hij aflegt in functie van de geselecteerde competenties en staaft hij zijn bevindingen met het nodige bewijsmateriaal. Centraal staat hierbij zijn reflectieve bekwaamheid.
Indien de student in de 2de examenperiode niet geslaagd is, dient hij zijn portfolio te herwerken in de 3de stageperiode en aan te tonen dat hij het reflectieproces beter beheerst. Hiertoe is het noodzakelijk dat hij verplicht een aantal stagelessen opnieuw zal geven. Het precieze aantal stagelessen wordt na de rapportering van de 2de examenperiode besproken met de opleidingscoördinator in samenspraak met de stagebegeleider.
1ste examenperiode | 2de examenperiode | 3de examenperiode | |||
% | vorm | % | vorm | % | vorm |
100 | portfolio | 100 | portfolio | ||