- De student kan zelfstandig nieuwe kennis verwerken, verbanden leggen tussen verschillende (theoretische) onderdelen en toepassen in de (klas- en school)praktijk.
Informatie verwerven en verwerken
- De student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken, analyseren en toepassen in de (klas, en school)praktijk.
Kritisch reflecteren
- De student kan kritisch reflecteren over recente onderwijsontwikkelingen
Vermogen tot communiceren van informatie
- De student kan met externen (ouders, andere partners) communiceren over onderwijsgerelateerde zaken
ingesteldheid tot levenslang leren
- De student kan zichzelf uitdagen om levenslang te leren en zichzelf te blijven bekwamen in onderwijsgerelateerde zaken
Teamgericht kunnen werken.
- De student is constructief en stipt in het samenwerken met medestudenten en in het gezamenlijk bereiken van een resultaat.
Oplossingsgericht kunnen werken.
- De student kan problemen oplossen aan de hand van theoretische kaders
- De student kan de transfer maken van theoretische modellen en achtergrond naar de toegepaste praktijk.
Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
- De student kan een beredeneerd standpunt innemen en ontwikkelt een persoonlijke visie op beroepsspecifieke en/of maatschappelijke thema´s.
Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
- De student kan een ontwikkelingsbevorderende omgeving creëren met aandacht voor
heterogeniteit.
- De student kan leer- en ontwikkelingsprocessen adequaat begeleiden rekeninghoudend met
het taalbeheersingsniveau van de kleuters.
- De student kan omgaan met de diversiteit van de groep.
Opvoeder:
- De student kan de emancipatie bevorderen.
- De student kan door attitudevorming voorbereiden op individuele ontplooiing en
maatschappelijke participatie.
- De student kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagopgische
context.
- De student kan strategiën inzetten om te communiceren met anderstalige kleuters.
Inhoudelijk expert:
- De student kant verworven kennis en vaardigheden mbt de leergebieden aanwenden.
Partner van ouders:
- De student kan in overleg met het team ouders en verzorgers betrekken bij het school- en
klasgebeuren rekening houdend met de diversiteit van de ouders.
- De student kan in Standaardnederlands of een ander passend register adequaat in interactie treden met ouders en verzorgers in het bijzonder rond opvoeding en onderwijs.
Lid van het schoolteam:
- De student kan zijn pedagogisch-didactische aanpak in team bespreekbaar maken.
Partner van externen:
- De student kan contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties.
Cultuurparticipant:
- De student kan actuele thema's en ontwikkelingen die gerelateerd zijn aan de inhouden van
deze OO onderscheiden en kritisch benaderen.
Pedagogisch-didactische competenties op het niveau van eind-tweede jaar van de reguliere opleiding moeten verworven zijn
In de discussieseminaries en werkcolleges wordt dieper ingegaan op de hoorcolleges en de opdrachten van de zelfstudie (zowel inhoudelijk als de persoonlijke attitudes).
Voor de begeleide zelfstudie verwijzen we naar de Studiewijzer waarin ondersteunende verwerkingsopdrachten zijn aangegeven.
Het bezoek aan de materialenbank is gekoppeld aan een opdracht die eveneens in concreto is uitgeschreven in de Studiewijzer.
Het schriftelijk examen betreft een over-all toets en is in hoofdzaak open boek.
De individuele taak betreft een schriftelijke neerslag van de taak verbonden aan het bezoek van een materialenbank.
Het logboek dat studenten aanleggen bij het veldwerk wordt in zijn geheel beoordeeld.
1ste examenperiode |
2de examenperiode |
3de examenperiode |
|||
Vorm |
% |
vorm |
% |
vorm |
% |
schriftelijke overall-toets Individuele taak
|
70
10
|
Logboek
|
20 |
schriftelijke overall-toets
|
100 |
|
80% |
|
20% |
|
100% |