Deel 1 : Intern transport
1.Rollend transport
2.Glijdend transport
3.Trillend transport
4.Meenemend transport
5.Stuwend of duwend transport
6.Discontinu transport
Deel 2 : Persluchtinstallatie
1.Persluchtproductie
2.Persluchtbehandeling
3.Persluchtverdeling
4.Energiebesparing
Deel 3 : Pompen
1.Benamingen van pompen
2.Pompdiagram
3.Serie en parallelschakeling van pompen
04. De student kan een planning maken op voor de verschillende stappen in het project; heeft in elke fase van het project oog voor vijf essentiële aspecten: (1) tijd (wanneer moet wat gebeuren?), (2) geld (wat zijn de baten / wat mag het kosten?), (3) kwaliteit (wat is goed genoeg?), (4) informatie (wat is correct / wat is relevant?), (5) organisatie (wie doet wat op welke manier?).
07. De student gaat bij zichzelf na welke competentie nog niet goed ontwikkeld is (doelstellingen
bepalen); onderneemt activiteiten die de ontwikkeling van die competentie stimuleren.
BC6: De student heeft de discipline om secuur te werken; heeft oog voor details en verbanden en probeert fouten te voorkomen.
BC17: De student kan magazijn ontwerpen en implementeren; optimalisatie van een magazijninrichting.
BC20: De student kan advies en ondersteuning te geven t.a.v. de implementatie van logistieke automatisering.
BC21: De student kan leiding geven aan het interne transportproces ( materiaalbehoefteplanning opstellen; toezien op het juist gebruik van het intern transportmiddel); interne transportmiddelen beheren; ondersteuning bieden bij de leverancierselectie; de functionele eisen van het interne transportproces aan geven (bepalen van de technische vereisten van het interne transportmiddel; bepalen van de uitvoeringsaspecten van het interne transportmiddel).