Logistiek project 1 (2009-2010)

1. Zoeken van een  'peterbedrijf' en algemene bedrijfsinformatie verzamelen over het 'peterbedrijf' (goeden of diensten, type leveranciers, type klanten, organisatiestructuur, ed.)

2. Het globale logistieke proces van het 'peterbedrijf' uittekenen.

3. Tot in detail inzoomen op een gedeelte van het logistieke proces (transport, inkoop, magazijn, voorraadbeheer, ed.)

4.De verschillende teamleden vergelijken de verschillende bedrijven met elkaar.

 

De studenten werken in verschillende teams. Deze teams overleggen over de aanpak (strategie)en worden per deelopdracht voorgezeten door een andere student. Alle informatie wordt verwerkt in een rapport en op gegelmatige tijdstippen wordt een presentatie gegeven aan het team of de hele klasgroep. De student evalueert zijn eigen werk en vorderingen en via peerassesment de andere teamleden.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 05. Leiding geven
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
Toelichting:

01: De student kan een geheel van informatie opsplitsen in deelaspecten, deze formuleren, begrijpen en verbanden leggen (analyseren); kan hoofd‐ en bijzaken onderscheiden (synthetiseren / selecteren); kan voorbeelden en toepassingen bedenken bij meer abstracte informatie (concretiseren); kan nieuwe kennis zelfstandig toepassen in situaties waar die kennis vereist is (integreren); kan verbanden zoeken tussen verschillende onderdelen van informatie (relateren); kan een zinvolle logische structuur aanbrengen in informatie (structureren).

02: De student ziet in dat er een informatiebehoefte is; bepaalt wat hij precies in welke mate moet weten; vindt de benodigde informatie op een effectieve en efficiënte wijze; evalueert op een kritische wijze het informatiezoekproces en de gevonden informatie; beheert verzamelde en gecreëerde informatie; past oudere en nieuwe informatie toe om nieuwe concepten samen te stellen of om nieuwe inzichten te creëren; verwijst correct naar de gebruikte informatie.

03: De student stelt het eigen functioneren in vraag, analyseert en beoordeelt het; beoordeelt eigen werk en werkwijze op basis van evaluatiecriteria; benoemt positieve en negatieve aspecten in het eigen functioneren; verweegt alternatieve werkwijzen (voor‐ en nadelen) en neemt hierin een verantwoorde beslissing; formuleert leerpunten in het eigen functioneren, neemt deze op en evalueert ze.

04: De student maakt een planning op voor de verschillende stappen in het project; heeft in elke fase van het project oog voor: tijd , kwaliteit, informatie en organisatie; rapporteert tussentijds over de voortgang van het werk; zorgt voor het permanent evalueren en bijsturen van de ondernomen activiteiten en procedures; genereert planmatig eigen oplossingen door deze te relateren aan reeds gekende en opgeloste problemen; gaat gericht op zoek naar hulp waar nodig. De student kan een nieuw probleem analyseren; een probleem relateren aan reeds gekende en opgeloste problemen; een creatieve oplossing genereren; bij moeilijkheden gericht naar hulp vragen.

05: De student kan een planning en taakverdeling opstellen en opvolgen; een vergadering
leiden; ondersteunen en stimuleren; omgaan met conflicten; evalueren.

06: De student kan schriftelijk rapporteren; verslaggeving; mondeling overleggen; mondeling presenteren.

07: De student gaat bij zichzelf na welke competentie nog niet goed ontwikkeld is; onderneemt activiteiten die de ontwikkeling van die competentie stimuleren.

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
Toelichting:
De student kan deel uitmaken van een effectief team; zich inzetten; actief luisteren (luisteren – samenvatten – doorvragen); feedback geven; feedback ontvangen; motiveren.

C. Beroepsspecifieke competenties

  • BC2 De bachelor in de logistiek is assertief, doortastend.
  • BC3 De bachelor in de logistiek is pro-actief, vooruitdenkend en houdt rekening met mogelijke gebeurtenissen in de toekomst.
  • BC6 De bachelor in de logistiek is in staat zijn werk met de nodige nauwkeurigheid en stiptheid uit te voeren.
  • BC7 De bachelor in de logistiek is in staat een taak op een verantwoorde wijze uitvoeren of laten uitvoeren.
  • BC9 De bachelor in de logistiek is in staat te werken met o.a. tekstverwerking, rekenbladen, databases, internet, e-mail, …
  • BC11 De bachelor in de logistiek is in staat taken te plannen en te organiseren.
Toelichting:

BC2: De student kan rekening houden met belangen van anderen; zich verplaatsen in de situatie van de andere; ideeën, gevoelens en meningen uiten, verdedigen en realiseren; respectvol en gepast optreden; constructief omgaan met conflicten, weerstand, misverstanden en lastige mensen; zelfvertrouwen, geloven in jezelf.

BC3: De student kan inspelen op mogelijke toekomstige situaties en verhoudingen; is betrokken en verantwoordelijk, neemt initiatief; grijpt in wanneer iets fout loopt of dreigt fout te lopen.

BC6: De student heeft de discipline om secuur te werken; oog voor details; probeert fouten te voorkomen; laat eigen werk nakijken door anderen; gaat bij het ontdekken van fouten hij zelfstandig fouten corrigeren.

BC7: De student is zich ervan bewust zijn dat taken of plichten naar behoren moeten worden uitgevoerd; serieus, zorgvuldig en gewetensvol werken; zal hulp bieden aan collega’s; zal misverstanden en fouten signaleren.

BC9: De student kan moderne communicatiemiddelen gebruiken en rapporten maken met een tekstverwerker.

BC11: De student kan hoofdzaken van bijzaken van elkaar onderscheiden; taken en opdrachten plannen in de tijd; beschikt over een goed werkritme.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • materiaal op leeromgeving
  • Andere: Omschrijving van de opdrachten in bundel en op Tol

B. Verplichte leermiddelen

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • groepswerk
  • projectwerk
  • bedrijfsbezoeken

B. Omschrijving

A. Types

  • paper/werkstuk
  • presentatie
  • permanente evaluatie
  • individuele taak
  • peer assessment

B. Omschrijving

De student wordt door een docent gecoacht in de uitvoering van zijn opdrachten.
OA:
05215010
Code:
05215010
Vakcoördinator:
Raf Meylaers
Semester:
2
Studiepunten:
3
Onderwijstaal:
Nederlands