Kunstgeschiedenis (2009-2010)

Geschiedenis van de Westeuropese beeldende kunsten (architectuur, sculptuur, schilderkunst, en in mindere mate toegepaste kunsten) vanaf de prehistorie tot en met de 19de eeuw.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
Toelichting:

Het kennen en gebruiken van de geijkte terminilogie om op een zinvolle en begrijpelijke manier zowel de iconografische als de morfologische analyse van een kunstwerk te maken:onderwerp, genre, techniek, compositie, ordonnantie, ruimtelijkheid, plasticiteit, kleur, licht, e.d.

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:

Kennis verwerven over de opeenvolging en de specifieke wezenskenmerken van de verschillende kunststijlen in West-Europa vanaf de prehistorie tot en met de negentiende eeuw.

De historische en sociale processen begrijpen die hebben bijgedragen tot het ontstaan en de groei van hogergenoemde kunststijlen.

De belangrijkste stilistische kenmerken van de verschillende kunststijlen kunnen herkennen en plaatsen voor wat betreft de verschillende kunstgenres.

Het bezoeken van monumenten, musea en tentoonstellingen ten einde de affiniteit met de kunstproductie in het algemeen en met bepaalde kunstwerken in het bijzonder uit te diepen.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Openheid voor en ruime interesse in het fenomeen kunst in al zijn deelaspecten.

Bereid zijn deze kennis te koppelen aan het eigen atelierwerk.

A. Type

  • cursus
  • Andere: Beeldend materiaal in zijn meest verscheiden versc
  • handboek

B. Verplichte leermiddelen

Handboek.

C. Aanbevolen leermiddelen

De aanbevolen literatuur welke door de docent tijdens de lessen wordt aangereikt.

A. Types

  • hoorcollege
  • begeleide zelfstudie
  • Andere: leergesprekken en culturele uitstappen

B. Omschrijving

A. Types

  • mondeling examen
  • paper/werkstuk
  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

De permanente evaluatie bestaat uit het aanmaken van een uitgebreide documentatie betreffende de geziene en besproken kunstwerken; hierin niet alleen puur beeldend materiaal maar ook een accurate beschrijving en situering.

Kunstgeschiedenis wordt voor 30% permanent geëvalueerd. Voor 70% wordt dit OO geëvalueerd door middel van een modeling examen in de tweede examenperiode.
In de derde zittijd wordt het cijfer van permanente evaluatie voor 100% overgedragen.

Tijdens de contacturen en via zowel persoonlijke als khk-mail.
OA:
10255920
Code:
10255920
Vakcoördinator:
Mieke Leys
Semester:
2
Studiepunten:
3
Onderwijstaal:
Nederlands