De inhoud van het labo situeert zich rond het gebruik van allerlei meetinstrumenten, elektrische voedingen en machines. Iets meer gedetaileerd:
Metingen op het driefasig net (spanning, stroom, vermogen, impedantie (aarding, lijn, ..), etc) - Schemalezen - Opmeten van inschakel-, uitschakel- en overgangsverschijnselen met geheugenscopen - Vermogenmetingen en compensatie van reactief vermogen - Metingen op gelijkrichters: dimensionering, meting van vervormde signalen en harmonische inhoud - Gelijkstroommachines: generatorwerking en motorwerking - Schakelen van transfo's (éénfasig en driefasig), eigenschappen en equivalent schema - Schakelen van driefasige motoren en verbanden tussen elektrische grootheden bij belasting - Inleiding in domotica
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 04. Vermogen tot kritische reflectie
- 08. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Toelichting:
Studenten kunnen op basis van hun technische kennis redeneren over de toepassingen die zij in het labo opbouwen en uitmeten. Zij bouwen een schakeling modulair op: om tot een goed resultaat te komen en om doordacht problemen op te lossen moeten zij de competentie hebben om dit kritisch en logisch te doen. Zij werken samen in groep en kunnen zelfstandig elektrische schakelingen opbouwen, opdrachtjes verdelen en werken in een klein team.
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 01. Een onderzoekende houding hebben met inbegrip van een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis
- 02. Kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen
- 04. Onderzoek probleemgestuurd kunnen initiëren
Toelichting:
Door de modulaire opbouw van de schakelingen dienen de studenten aan de hand van een uitgeschreven doel de oplossing (b.v. een bepaalde meetmethode) zelf samen te stellen. De mate waarin het doel uitgeschreven is hangt af van de verwachte voorkennis van de studenten en van de te verwachten problemen.
Er wordt gewerkt met gewoon industrieel materiaal zodat op zowel meetinstrumenten als op gebruikte componenten een fout zit; bovendien moet de student aan de hand van de te verwachten signaalvormen b.v. de keuze uit het soort meettoestel maken. Om deze zaken te kunnen inschatten dient de student een onderzoekende houding te hebben en de invloed van foutmarges te kunnen inschatten.
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Systematische kennis hebben van de kernelementen van een discipline.
- C03 Begrip hebben van de structuur van het vakgebied en samenhang met andere vakgebieden.
- C04 Praktisch gericht kunnen denken en handelen vanuit wetenschappelijk inzicht.
Toelichting:
- Studenten kennen de schakelingen om actief en reactief vermogen te meten en kunnen ze verklaren
- Studenten kunnen de werking en signaalvormen van de verschillende types diodegelijkrichters verklaren
- Studenten kennen de opbouw van de verschillende elektrische machines (transfo, DC-machine, AC-asynchrone en AC-synchrone machine), begrijpen hun werking en kunnen de werking verklaren
- Studenten kunnen het equivalent schema van de verschillende elektrische machines opmeten en interpreteren.
- Studenten kunnen de kenplaat van machines interpreteren en begrijpen de verbanden tussen elektrische grootheden in de verschillende bedrijfstoestanden.
- Studenten kunnen elektrische meettoestellen en meetschakelingen correct kiezen en gebruiken en op een veilige manier elektrische metingen uitvoeren en interpreteren
- Studenten kunnen het driefasig net en gelijkrichters gebruiken en de verschillende elektrische machines correct aansluiten
- Studenten kunnen de verschillende motoren aansluiten en de nodige metingen doen om de werking bij nullast en belasting te verklaren.
- Studenten kunnen zelfstandig elektrische schakelingen opbouwen, opdrachtjes verdelen en werken in een klein team
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De studenten moeten: - de wetten van het elektromagnetisme begrijpen en kunnen toepassen - de begrippen uit de wisselstroomtheorie kennen en beheersen - gelijkstroom- en wisselstroomketens kunnen analyseren - de werking van elektrische meettoestellen kennen en de toestellen kunnen gebruiken - eenvoudige elektrische schakelingen kunnen realiseren
A. Type
- cursus
- materiaal op leeromgeving
- Andere: Toledo: vragen als voorbereiding en evaluatie
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
Jacobs Victor, Labo Elektrotechniek - begeleidend handboek, 2006. Niet-gepubliceerde cursus, KH Kempen, Geel, 119p.
A. Types
- groepswerk
- labo en werkcollege
B. Omschrijving
De studenten werken in groepjes van 2 of 3 aan een opdracht. De opstellingen in het labo zijn 'modulair' opgebouwd: de studenten bouwen zelf de schakelingen en verrichten hierop zelf de metingen.
A. Types
- praktische proef
- permanente evaluatie
B. Omschrijving
Bij de evaluatie dient de student een praktische schakeling op te bouwen. De nadruk wordt echter gelegd op de wijze van opbouw, de keuze van de componenten, wat-als-problemen.
Naast het handboek staat op Toledo nog randinformatie. Tijdens de labozittingen worden de studenten tussentijds begeleid om de opdracht tot een goed einde te brengen en om de veiligheid van studenten en opstellingen te garanderen.