Wetenschappelijk onderzoek (2009-2010)

In deze cursus maak je kennis met wetenschappelijk onderzoek in de ruime context. Je leert over de voornaamste bronnen en wordt vertrouwd gemaakt met relevante epidemiologische begrippen. Ook de ethische aspecten en voorwaarden van onderzoek worden belicht. Nadat de verschillende stappen in het onderzoeksproces worden verduidelijkt, wordt het onderscheid tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek verder belicht. Ook komen de meest voorkomende onderzoeksmethoden aan bod. Je leert een onderzoeksvraag en hypothese formuleren, alsook recente en waardevolle wetenschappelijke literatuur opzoeken in verschillende databanken.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 De vroedvrouw heeft een fundamentele grondhouding van echtheid, empathie en onvoorwaardelijk respect.
  • C02 De vroedvrouw beschikt over het vermogen om, via reflexie, haar eigen identiteit te bewaken en uit te bouwen zowel binnen haar beroepsdomein als lid van de samenleving.
  • C03 De vroedvrouw kan evenwichtig voelen en denken; een evenwichtige persoonlijkheid en een kritisch, analytisch én integrerend denkvermogen vormen een onmiskenbare basis voor adequaat en methodisch verloskundig handelen.
  • C04 De vroedvrouw beschikt over sociale en communicatieve vaardigheden die haar in staat stellen respectvol om te gaan met individuele noden ongeacht de culturele en maatschappelijke achtergronden van de zorgvrager.
  • C05 De vroedvrouw beschikt over de competentie cliënten op een professionele manier te coachen en te begeleiden. Dit impliceert dat zij hen kan stimuleren, motiveren en feedback kan geven en ontvangen. Zij doet dit met respect voor de persoon binnen het kader van de processen die deze persoon doormaakt.
  • C07 De vroedvrouw is in staat de behoeften en verwachtingen van de cliënt in onderlinge dialoog te detecteren en te analyseren. Hierbij aansluitend kan zij de nodige informatie geven zodat de cliënt tot een bewust geïnformeerde keuze komt omtrent de te volgen benaderingswijze. Deze keuze dient door de vroedvrouw respectvol te worden benaderd.
  • C08 De vroedvrouw kan de cliënt de nodige vaardigheden aanleren zodat deze in staat is de gemaakte keuze optimaal te realiseren.
  • C11 De vroedvrouw kan reflecteren over de eigen praktijk en de bijhorende persoonlijke belevingsaspecten. Zij is in staat deze reflecties actief te integreren in de permanente ontwikkeling van haar beroepsactiviteit.
  • C12 De vroedvrouw beschikt over de competenties om zich via vakliteratuur permanent bij te scholen; daarenboven is zij zich terdege bewust van het belang van wetenschappelijk onderzoek en kan zij de impact hiervan adequaat plaatsen binnen de beroepsuitoefening.
  • C14 De vroedvrouw levert een actieve bijdrage aan kwaliteitsbevorderende processen door de implementatie hiervan te ondersteunen en te bewaken.
  • C17 De vroedvrouw is positief kritisch ingesteld om eigen handelen en dat van het team in vraag te stellen.
  • C21 De vroedvrouw is competent om een project te organiseren in verband met gezondheid en welzijn.
Toelichting:
De student heeft kennis van basisbegrippen uit de epidemiologie. De student kan een anderstalige (engels) wetenschappelijke tekst begrijpend lezen. De student kan een kritische ingesteldheid aannemen bij het lezen van de tekst. De student beschikt over voldoende informatie om het eindwerk te kunnen starten. De student kan gezondheidspromotie en voorlichting definiëren en situeren binnen de preventieve gezondheidszorg. De student beschikt over de nodige theoretische kennis om zelf kleinschalig gezondheidsvoorlichting te kunnen opstarten.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Studenten die met succes hun eerste jaar in dit studiegebied hebben afgesloten worden toegelaten tot dit onderdeel. Internationale studenten moeten niveau 4 Nederlands behaald hebben en zich wenden tot het departementshoofd om te worden toegelaten.

A. Type

  • materiaal op WWW
  • cursus
  • materiaal op leeromgeving

B. Verplichte leermiddelen

Van den Eeden, L. (2006). Wetenschappelijk onderzoek. Onuitgegeven cursus voor het 1° jaar bachelor in de vroedkunde, KHK, departement gezondheidszorg te Lier.

C. Aanbevolen leermiddelen

De Jong, A., Vandenbroele, H., Glorieux, M., De Maesschalk, L., & Visser, M. (2006). Inleiding wetenschappelijk onderzoek voor het gezondheidsonderwijs. Maarssen: Elsevier, De Tijdstroom.

 

A. Types

  • hoorcollege
  • groepswerk
  • begeleide zelfstudie
  • discussieseminarie

B. Omschrijving

A. Types

  • mondeling examen
  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

greet.jorissen@khk.be
OA:
07280110
Code:
07280110
Vakcoördinator:
Greet Jorissen
Semester:
2
Studiepunten:
3
Onderwijstaal:
Nederlands