De student leert in een reële klas- en lagere schoolsituatie kinderen te begeleiden in hun leer- en ontwikkelingsprocessen. In het derde haar ligt de klemtoon op het volledig in handen nemen van het ganse klas- en schoolgebeuren gedurende een langere periode, waarbij een beroep gedaan wordt op alle lerarencompetenties. Het opleidingsonderdeel bestaat uit een stage in het eerste leerjaar, een keuzestage, de begeleiding van een openluchtklas, ondersteuning aan huis, “inzetbaarheid” en een uitgroeistage van 6 weken.
- Stagevademecum
- Per stageperiode document: "invulling en organisatie"
- Stagemap: Inhoud als bewijsmiddel voor de ontwikkeling van het leerproces tijdens stage (alle facetten van het OO).
De stage wordt permanent opgevolgd en geëvalueerd. De student krijgt een tussentijdse evaluatie op het einde van elke stageperiode. Bij de evaluatie van elke stageperiode wordt er rekening gehouden met de feedback van: de begeleider(s), de mentor en eventuele andere betrokkenen. De uiteindelijke beoordeling blijft de verantwoordelijkheid van de opleiding.
Elke stageperiode krijgt de student feedback op basis van een stagebezoek (eventueel aanvullend lesbezoek) door één of meerdere docenten. Een stagebezoek/lesbezoek is een momentopname en het oordeel van een lesbezoek/stagebezoek zegt iets over het totaalbeeld van de praktijkcompetenties op dat moment.
In juni volgt een eindevaluatie op basis waarvan een definitief stagecijfer wordt toegekend. Voor stage is geen derde examenperiode mogelijk. Een gedetailleerde beschrijving van de afspraken is te vinden in het stagevademecum.
Er wordt van de student geleidelijk een zelfgestuurd leerproces verwacht.
Begeleiding door docenten en/of mentoren bij de stagevoorbereiding gebeurt op initiatief van de student
Stagefeedback van de mentor en/of bezoekende docent bij het stagebezoek.
Bespreking van de stage achteraf door de begeleider, inclusief reflectie op stage