De basisgrammatica wordt systematisch herhaald en uitgediept. Er is vooral aandacht voor naamwoorden en werkwoorden.
Zakelijke woordenschat en communicatieve vaardigheden (luisteren, spreken, schrijven, lezen) worden aangeleerd in een business context Komen o.a. aan bod: first impressions, motivation, customer service, ethical business, outsourcing, facts and figures, culture, change. Uitspraak, spelling en het gebruik van een verklarend woordenboek worden ingeoefend. De studenten breiden zelfstandig hun zakelijkewoordenschat uit en worden hierover permanent geëvalueerd.
A. Algemene competenties
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Zakelijke communicatie zelfstandig afhandelen.
Toelichting:
De studenten kunnen correct Engels spreken, schrijven, lezen en begrijpen, ook in bedrijfseconomische contexten. Verder kunnen zij zelfstandig woordenschat verwerven en grammatica toepassen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De cursus bouwt verder op de eindtermen van het secundair onderwijs.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Duckworth, M. & Turner, R., Business Result. Upper-intermediate, OUP, Oxford, 2008.
Mascull, B., Business Vocabulary in Use, Cambridge University Press, 2002.
Longman Dictionary of Contemporary English 5th edition
The Language Focus. eXplio. Gent 2004
English Grammar (syllabus)
Handouts
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
- begeleide zelfstudie
- labo en werkcollege
- groepswerk
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving
monitoraat