OA Geriatrische pathologie:
In de lessen geriatrische pathologie komen verschillende voor ouderen relevante pathologieën aan bod. Deze zijn opgedeeld in: het cardiovasculair stelsel (Bijv. acuut en chronisch hartfalen, longoedeem, hypertensie orthostatische hypotensie, ritmestoornissen), het respiratoir stelsel (Bijv. pneumonie, tuberculose, longembool, griep), het centraal zenuwstelsel (Bijv. CVA, TIA, Ziekte van Parkinson, het oog) en cognitieve stoornissen (Bijv. delier, dementie, depressie)
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- BC05 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief.
- BC06 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.
- BC07 Verpleegproblemen en behoeften identificeren en onderscheiden.
- BC08 Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
- BC10 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen.
- BC11 Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren.
- BC12 Primaire en secundaire preventie toepassen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Studenten die met succes hun eerste jaar in dit studiegebied hebben afgesloten worden toegelaten tot dit onderdeel.
Internationale studenten moeten niveau 4 Nederlands behaald hebben en zich wenden tot het departementshoofd om te worden toegelaten.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Cursus:
Krekelbergh. (2005). OA Geriatrische pathologie. Niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Lier.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- labo en werkcollege
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving