In het onderdeel ICT komen volgende inhouden aan bod.
Visievorming over ICT
Technische vaardigheden in Windows en computersystemen
Technische en didactisch ondersteunende vaardigheden in Word en Excel
Technische en didactisch ondersteunende vaardigheden in presentatievormen
Vaardigheden ivm gebruik van internet en zijn toepassingen
Technische vaardigheden om multimediale ict-toepassingen te ontwerpen
Technische vaardigheden om interactieve oefeningen te ontwerpen
Doelstellingen
A. Algemene competenties
02. Informatie verwerven en verwerken
03. Kritisch reflecteren
06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
C02 Opvoeder.
C03 Inhoudelijk expert.
C04 Organisator.
C05 Innovator-onderzoeker.
Toelichting:
C 1.4 leerinhouden -ervaringen structureren
C 1.6 individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen
C 1.7 krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit van de leergroep
C 2.6 fysiek en geestelijk welzijn bevorderen
C 3.1 basiskennis beheersen van de leerinhouden en recente ontwikkelingen volgen in
leergebieden en leergebiedoverschrijdende thema's
C 4.3 correct uitvoeren van administratieve taken
C 5.1 vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen
Concretisering: de student kan
Werken met de meest gebruikte computer-besturingssystemen
Vlot en functioneel werken met tekstverwerker en presentatiesoftware.
Multimediale werkvormen gebruiken
Gericht informatie zoeken op het internet
Communiceren met kinderen, ouders, werkveld en andere betrokkenen met de technische middelen die daartoe bestaan
Toepassingssoftware adequaat gebruiken in het licht van educatieve en administratieve toepassingen
De mogelijkheden van ICT op een didactisch verantwoorde, en aangename manier een plaats geven in de dagelijkse klaspraktijk
Omgaan met de sociale, ethische, juridische, veiligheidsaspecten van het gebruik van moderne media (waaronder internet)
Kinderen leren omgaan met de sociale, ethische, juridische, veiligheidsaspecten van het gebruik van moderne media (waaronder internet)
Kinderen kritisch leren omgaan met informatie en met beïnvloeding door massamedia.
Vereiste voorkennis
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Leermiddelen
A. Type
materiaal op leeromgeving
materiaal op WWW
B. Verplichte leermiddelen
Het cursusmateriaal en de benodigde internetverwijzingen via de elektronische leeromgeving staan op Toledo.
C. Aanbevolen leermiddelen
Werkvormen
A. Types
hoorcollege
oefenpracticum
groepswerk
begeleide zelfstudie
elektronisch leerplatform
B. Omschrijving
Tijdens de contacturen komen alle onderwerpen beperkt aan bod in instructie, hoorcollege en/of presentatie. Bij sommige onderdelen horen ondersteunende, gerichte opdrachten die de student zelfstandig verwerkt buiten deze contacturen en die als doel hebben dat hij zich de technische vaardigheden verder eigen te maken.
Evaluatie
A. Types
praktische proef
individuele taak
B. Omschrijving
1ste examenperiode
2de examenperiode
3de examenperiode
%
vorm
%
vorm
%
vorm
50%
Taak
30%
Taak
50%
Praktische proef
70%
Praktische proef
De helft van de punten staat op een individuele taak die afgegeven wordt o het einde van het semester. Voor de juiste datum zie studiewijzer.
De andere helft kan de student verdienen door het afleggen van een praktische proef waarbij hij aantoont dat hij de geleerde technieken vlot beheerst.
In de derde examenperiode is de verhouding tussen deze twee onderdelen 70% - 30% zoals in bovenstaande tabel vermeld is !
Begeleiding
In de loop van het schooljaar worden er een aantal monitoraten ingericht waarop de student aan de opgelegde taak kan werken of (verdere) uitleg kan vragen.