Elke student krijgt een stagebegeleider uit het bedrijf en een eindwerkbegeleider van de school. Zij zullen hem opvolgen tijdens zijn 13 weken durende stage en zij werken nauw samen om de opdrachten te bepalen. De opdracht bestaat vaak uit het analyseren van een bestaand probleem, oplossingen aandragen en deze implementeren in het bedrijf.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Gegevens behandelen.
- C02 Analyseren.
- C03 Oplossingen uitwerken.
- C04 Beheren.
- C05 Projectmatig werken.
- C06 Communiceren.
- C07 Eigen gedrag aanpassen.
- C08 Kwaliteitsvol handelen.
Toelichting:
Analyseren van een probleem
Relevante gegevens verzamelen
Oplossingen bedenken en keuzes maken
De gekozen oplossing implementeren oplossing
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Studenten die het 2de jaar toepgepaste informatica , met succes hebben afgelegd, of zij die het 2° jaar gedeeltelijk herdoen en reeds vakken van het 3° jaar bijdoen, kunnen tijdens het derde jaar op stage vertrekken.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving
Elk student wordt tijdens zijn stage begeleid door een persoon van het stagebedrijf. Ongeveer 10 tot 15% van de tijdsbesteding is de richtlijn hiervoor. De hogeschool kent ook een eindwerkbegeleider toe die de stageplaats bezoekt en de nodige opvolging van de begeleiding op de stageplaats doet.