· Exploreren
Het projectmatig aanpakken van het aangeboden HRM vraagstuk is een poging om een bestaande situatie te verbeteren. Studenten zullen op zoek gaan via de geëigende kanalen (vakliteratuur, collega’s deskundigen, bedrijfsbezoeken, …) en aantonen dat zij een grondig doordachte analyse van het vraagstuk kunnen maken. Ze zullen aantonen dat ze de bestaande literatuur over beleidskunde en organisatieontwikkeling die te maken heeft met het HRM-vraagstuk weten op te sporen, te vatten, te synthetiseren en concreet toepasbaar te maken op het aangeboden vraagstuk.
· Plannen en organiseren
Een duidelijke planning en organisatie biedt houvast. Dit is zeker nodig wil de personeelswerker veranderingsprocessen in gang zetten en begeleiden. De student zal zich daarom de methodiek van het projectmatig werken eigen maken en de voor- en nadelen ervan kunnen inschatten.
· Relationele praktijken opbouwen
Door contacten in de groep en met stakeholders bewust en authentiek uit te bouwen, verhoogt de slaagkans om het beleid en/of de organisatie te veranderen en het HRM-vraagstuk een oplossing te bieden Vanuit de organisatie participeren aan interne en externe overlegstructuren is daar een essentieel onderdeel van. Bovendien zullen studenten stakeholders activeren om deel te nemen aan intern en extern beleid van de organisatie.
· Communiceren
Perfect communiceren betekent dat de boodschap die de zender geeft, door de ontvanger wordt begrepen zoals de zender dat wil. Daarom zal de personeelswerker zijn mondelinge en schriftelijke communicatie voortdurend optimaliseren. Verslagen, presentaties, brieven, telefoongesprekken en alle contacten met elkaar en met derden gebeuren met de nodige professionaliteit en volgens de regels van de kunst.
· Adviseren
Vraagstukken hebben oplossingen nodig. Studenten moeten oplossingen aanbieden, de relevantie nagaan bij alle partijen en de praktische haalbaarheid aantonen. Het resultaat moet een reële kwaliteitsverbetering zijn van het beleid van de organisatie of de een afdeling van een organisatie.
· Constructief meewerken aan het beleid van de organisatie en de eigen afdeling en aan een continuë kwaliteitsverbetering om de gewenste output van de organisatie te bereiken.
· Signaleren ten aanzien van het intern en extern beleid. Signalering kan vertrekken vanuit het persoonlijk verhaal van een werknemer, maar gaat vervolgens op zoek naar de samenhang met structurele belemmerende of bevorderende factoren in de organisatie en/of de maatschappelijke omgeving.
· Teamgericht kunnen werken
· Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
Functioneren in een projectgroep, waarbij ieder teamlid kansen grijpt om eigen competenties ten aanzien van het beroepsprofiel uit te proberen. Fouten maken mag, maar wel nieuwe graag.
Teamleden zijn positief kritisch naar elkaar toe door elkaar aan te spreken, niet af te rekenen.
Teamleden zijn voor elkaar beschikbaar om samen het groepsproces te monitoren en in te zetten voor de eigen ontwikkeling.
Onuitgegeven syllabus Beleidskunde en Organisatieontwikkeling 2009-2010 Rob Gijsen
Peer-ranking formulieren zoals opgenomen in de syllabus
Aangereikte documentatie door docent in de looptijd van het project
De leermiddelen zijn sturend en zelfinstruerend van opzet en worden in de consultmomenten door de docent aangereikt. Studenten gaan ook bewust met elkaar aan de slag in het bereiken van een door elke individuele student uitgesproken en gewenst competentieniveau.
Studenten moeten zich verdiepen in beleidsinstrumenten, beslissingmodellen en beleidsmethodieken. Ze moeten de impact zien van het communiceren van beleidsbeslissingen.
Studenten zullen zich ook verdiepen in managementmodellen en in de voornaamste theorieën die handelen over het implementeren van veranderingsprocessen.
Leerboek Personeelsmanagement, F. Kluytmans, Noordhoff Uitgevers, zoals gebruikt in de aanpalende major vakken.
De verschillende fasen van het projectmatig werken worden in de syllabus toegelicht. Student zal zich deze methodiek eigen maken.
De projectcoach is er voor elk projectgroepje en zorgt dat het project soepeler of beter kan lopen, door samen van gedachten te wisselen. De docent als projectcoach is relatief een buitenstaander maar kent tóch de praktijk van de opdrachtgever. De projectcoach helpt elk projectgroepje de situatie te verhelderen en mogelijke oplossingsrichtingen op het spoor te komen.
De opdrachtgever is tussen het verstrekken van de opdracht en het ontvangen van het consult van de projectgroep niet actief betrokken, noch doet de projectgroep breedvoerig onderzoek in de organisatie. Benchmarking is een tool die ingezet worden om zich breder te documenteren.
Het product is een paper dat een professioneel authentiek advies formuleert aan de opdrachtgever en een presentatie waarin het advies wordt toegelicht en verdedigd tegenover de opdrachtgever.
De presentatie aan de opdrachtgever is eveneens onderdeel van de evaluatie. De opdrachtgever zal ook een waardering geven over het aangebrachte beleidsadvies en de presentatie op basis van een gestructureerd evaluatieformulier.
De individuele prestatie in het groepsproces beoordelen de studenten zelf door middel van een peer ranking. De studenten worden wederzijds cijfermatig beoordeeld op basis van vier kwadranten (probleemaanpak – inzet –mensgerichtheid – algemene aspecten) die gescoord worden met een aantal onderliggende criteria. Op die wjze ontstaat een ranking binnen de groep.
Tot slot maken studenten een zelfevaluatieverslag over hun functioneren binnen het team in het algemeen, het bereiken van de prestatie- en ontwikkelingsdoelstellingen en de competenties als toekomstig personeelswerker.
Docent is waar mogelijk, aanwezig bij de opdrachtverstrekking en rapportering.
Tijdens het eerste semester zijn wekelijkse consultmogelijkheden ingebouwd.
Na de theoretische omkadering vormen studenten een projectgroep waarin taken en rollen worden verdeeld alsook samenwerkingsprocedures worden afgesproken en geformaliseerd.
De projectdefinitie en de projectdoelen worden klassikaal voorgesteld en studenten reflecteren hier kritisch over naar kansen voor zichzelf en voor de anderen.
De terugrapportage aan de opdrachtgever wordt eerst klassikaal ingeoefend en studenten geven tips en tricks aan de collega’s.