Cognitieve ontwikkeling deel 2 (2009-2010)

Toelichting:

Denk -en redeneervaardigheid:

- De student kan zijn verworven kennis over de denkontwikkeling van kleuters functioneel inzetten bij het ontwerpen van ervaringssituaties.

Informatie verwerven en verwerken:

- De student kan de aangeboden leerstof met het nodige inzicht verwerven.

Toelichting:

Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:

- De student kan de beginsituatie van een groep kleuters achterhalen voor wat betreft de denkontwikkeling. 

- De student kan rekening houdende met de leeftijd van een kleutergroep, gepaste doelstellingen kiezen en formuleren die gericht zijn op het stimuleren van de cognitieve ontwikkeling van de kleuter. 

- De student kan voor de ervaringssituaties waarneming, prentkijken, werken met informatieve boekjes en raadselspelen gepaste onderwerpen en materialen selecteren, rekening houdende met de beginsituatie van de kleuters. 

- De student kan met aangepaste materialen de ervaringssituaties waarneming, prentkijken, werken met informatieve boekjes, raadselspel, gestructureerd uitwerken op maat van de kleuters.

- De student kan voor de ervaringssituaties waarneming, prentkijken, werken met informatieve boekjes en raadselspelen, aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.   

Opvoeder:

- De student kan aan de hand van de achtergronden die hij verwerft in dit opleidingsonderdeel, werken aan het welbevinden en betrokkenheid van kleuters. 

- De student heeft aandacht voor attitudevorming bij kleuters in verband met natuur. In zijn/haar begeleiding van ervaringssituaties is hij/zij gericht op respectvol omgaan met, zorg dragen voor en verbondenheid met de natuur.

Inhoudelijk expert:

- De student kan de belangrijkste didactische principes van volgende ervaringssituaties aangeven: waarneming, prentkijken, werken met informatieve boekjes, waarneming, raadselspel en excursie. 

- de student kan bovenvermelde ervaringssituaties volgens de vooropgestelde didactische principes uitwerken en ontwikkelingsstimulerend begeleiden.

Organisator:

- De student kan volgende ervaringssituaties veilig en hygiënisch laten verlopen: waarneming, prentkijken, werken met informatieve boekjes.

- De student kan bovenvermelde ervaringssituaties gestructureerd schriftelijk voorbereiden.

Innovator-onderzoeker:

- De student kan kritisch kijken naar de door hem ontworpen ervaringssituaties (waarneming, prentkijken, werken met informatieve boekjes, raadselspelen) en mogelijkheden tot bijsturing aanreiken.