Tijdens het examen krijgen de studenten een productieproces van een product dat niet besproken is in de les. De evaluatie bestaat erin dat zij de algemene principes vanuit de theorie kunnen toepassen op dat product. Hierbij dienen zij, in discussie met de docent, keuzes te maken voor de beste aanpak en deze ook te motiveren. Doelstelling is niet zozeer om juiste keuzes te maken, dan wel om het overdachte karakter ervan te evalueren.
Deze aanpak wordt ook in de hoorcolleges geoefend in de laatste van het academiejaar aan de hand van voorbeeldexamens van de voorbije jaren.
De studenten kunnen de basisprincipes van de eenheidsbewerkingen beschrijven. De studenten kunnen de verschillende uitvoeringsvormen van de eenheidsbewerkingen bespreken en vergelijken. De studenten kunnen het processchema van de verschillende producten beschrijven en verklaren. De studenten kunnen de werking van de gebruikte apparatuur beschrijven en verklaren. De studenten kunnen voor een ongekend proces de achterliggende eenheidsbewerkingen beschrijven en verklaren. De studenten kunnen de juiste terminologie gebruiken om deze productieprocessen te beschrijven.
Al deze competenties beheersen de studenten op een gespecialiseerd niveau.
Van de studenten die via het schakelprogramma instromen in de masteropleiding, wordt een equivalente voorkennis verwacht (verworven in de professionele bachelor en/of in het schakeljaar).
Handboek: FELLOWS P., Food Processing Technology (2009), VCH Publishers, ISBN 0-89573-609-8
Claes Johan, 2004, Levensmiddelentechnologie: aanvullende nota's. Niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Geel.