Het werkterrein van een professionele bachelor in de Elektromechanica kenmerkt zich dikwijls door projecten die door een team worden uitgevoerd. Vakbekwaamheid alleen volstaat dan ook niet, je moet je ook trainen in een teamgerichte en projectmatige aanpak.
Bij de uitwerking van opdrachten, doe je ervaring op met projectmatig werken en leer je hoe je werkelijk met elkaar kunt samenwerken. Je zoekt samen naar een innovatieve oplossing, met een open houding naar elkaar. Je ervaart dat het belangrijk is om je verantwoordelijkheden binnen het team op te nemen en afspraken na te komen. Je leert met elkaar en van elkaar.
De opdrachten van het project worden uitgewerkt in een projectteam van 4 à 6 studenten. In het projectteam nemen sommige studenten een specifieke rol op: projectleider, veiligheidscoördinator, projectverslaggever, uitvoerend teamlid.
Behalve de specifieke projectresultaten, zijn er een aantal documenten die het verloop van het project verduidelijken. Ze laten toe om de voortgang van het project te volgen, het groepsproces van het projectteam te volgen en de individuele inbreng van ieder teamlid te verduidelijken.
PB01: Denk- en redeneervaardigheid
- De student kan een geheel van informatie opsplitsen in essentiële deelaspecten, deze formuleren, begrijpen en verbanden leggen tussen de deelaspecten (analyseren)
- De student kan hoofd- en bijzaken onderscheiden en grote hoeveelheden informatie reduceren tot de belangrijkste onderdelen (synthetiseren/selecteren)
- De student kan voorbeelden en toepassingen bedenken bij meer abstracte informatie (concretiseren)
- De student kan nieuwe kennis zelfstandig toepassen in situaties waar die kennis vereist is (integreren)
- De student kan verbanden zoeken tussen verschillende onderdelen van informatie (relateren)
- De student kan een zinvolle logische structuur aanbrengen in informatie (structureren)
PB03: Kritsch reflecteren
- De student stelt het eigen functioneren in vraag, analyseert en beoordeelt het
- De student beoordeelt eigen werk en werkwijze op basis van evaluatiecriteria
- De student overweegt alternatieve werkwijzen (voor- en nadelen) en neemt hierin een verantwoorde beslissing.
- De student formuleert leerpunten in het eigen functioneren, neemt deze op en evalueert ze
PB05: Leiding geven
PB05-1 - "Opstellen en opvolgen planning en taakverdeling
- De student maakt een planning met concrete doelen en deadlines
- De student volgt de voortgang van het werk op
- De student zorgt voor het tijdig inleveren van de opdrachten
- De student stuurt de planning bij waar nodig
- De student zorgt voor een realistische taakverdeling en stuurt deze bij waar nodig
- De student bewaakt de gemaakte afspraken in de groep
PB05-2 - "Vergadering leiden"
- De student bereidt de vergadering tijdig voor
PB06: Communiceren
Schriftelijk rapporteren
- De student schrijft heldere en duidelijke teksten zonder overbodige informatie
- De student maakt een volledig verslag.
Mondeling overleggen
- De student luistert actief naar zijn/haar gesprekspartners
- De student laat gesprekspartners uitspreken
- De student kan zijn/haar mening helder en duidelijk formuleren
- De student reageert constructief op de bijdrage van zijn/haar gesprekspartners.
Mondeling presenteren
- De student geeft enkel relevante informatie en stelt deze gestructureerd voor
- De student beheerst de inhoud
- De student ondersteunt de voorstelling met gepast non-verbaal gedrag
- De student past zijn/haar taalgebruik aan het publiek aan
- De student houdt het publiek betrokken bij de presentatie
PB08.3 - "Actief luisteren"
- De student laat de ander uitspreken
- De student geeft blijk van interesse voor wat de ander inbrengt
- De student laat in je non-verbale gedrag zien dat je luistert
- De student geeft anderen de ruimte om een mening of idee in te brengen
- De student toetst vaak of je goed begrijpt wat de ander zegt
- De student geeft een goede (inhoudelijke) samenvatting van wat is gezegd
- De student vraagt verduidelijking als je de ander niet goed begrijpt
- De student vraagt door op gegeven informatie
- De student komt terug op wat eerder door anderen is gezegd
PB08.4 - "Feedback geven"
- De student beschrijft concreet gedrag
- De student geeft aan hoe je dat gedrag hebt ervaren
- De student verwoordt je gevoelens bij dat gedrag
- De student deelt zowel negatieve als positieve punten mee
- De student geeft suggesties ter verbetering
- De student geeft feedback op het gepaste moment
- De student vraagt een reactie van je gesprekspartners
- De student spreekt gesprekspartners aan op hun gedrag en niet op hun persoon
PB08.5 - "Feedback ontvangen"
- De student luistert naar wat de gesprekspartner te zeggen heeft
- De student vraagt naar zoveel mogelijk informatie
- De student vraagt na bij anderen of zij je gedrag op dezelfde wijze waarnemen, begrijpen en ervaren
- De student toont op een eerlijke manier aan je gesprekspartner hoe de feedback bij je aankomt
- De student geeft aan wat je met de feedback gaat aanvangen
- De student wuift complimenten niet zomaar weg
- De student bedankt de feedbackgever
De evaluatie bestaat uit:
- de productevaluatie van het project
- de procesevaluatie van de groepswerking
- de individuele inbreng in het project (peer-assessment)
- een presentatie van het gerealiseerd project.