ethologie (2009-2010)

Na een inleiding in de ethologie waar het algemene belang, doel en beïnvloedende parameters aanbod komen, wordt op een praktijkgerichte manier gedrag bij zowel hobbydieren (honden, paarden…) als productiedieren (varkens, pluimvee, melkgeiten…) in hoofdstukken per diersoort besproken. Per diersoort worden de topics achtergrondinformatie (domesticatie/productie/betekenis), natuurlijk gedrag, abnormaal gedragingen, eventueel gedragstherapie, beïnvloedende parameters (huisvesting, klimaat, mens-dierrelatie, management…), de relatie met productieparameters, registratiemethoden via specifieke gedragsobservaties of gedragstesten besproken. 

 

A. Algemene competenties

  • 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
  • 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
  • 04. Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar het ontwikkelen van meer adequate oplossingen
Toelichting:

De student moet zich ervan bewust zijn (of worden) van de vele factoren die gedrag van een dier in al dan niet natuurlijke omgeving kunnen beïnvloeden. Ze dienen gedrag te kunnen kwantificeren en bij problemen oplossingen te kunnen aanreiken.

 

 

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 05. Het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten
  • 06. Kunnen samenwerken in een multidisciplinaire omgeving
  • 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
  • 07. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategiën
  • 08. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
Toelichting:

Het domein van de ethologie is een multidisciplinair domein, waarbij naast de dierhouder mogelijks dierenartsen, nutritionisten, ventilatiedeskundigen, bedrijfsvoorlichters… betrokken zijn. Dit multidisciplinair karakter moet zich weerspiegelen in het denken van de student. En bovendien betekent dit dat de student nu en later moeten kunnen samenwerken in een breed perspectief.

 

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
  • C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
  • C03 In staat zijn om in domeinen van het vakgebied een originele bijdrage aan kennis te leveren.
  • C04 Een onderzoekende houding aannemen, zelfstandig en resultaatgericht onderzoek kunnen uitvoeren.
  • C06 Een diagnose kunnen stellen.
  • C07 Een technisch ontwerp kunnen maken.
  • C08 Het productieproces kunnen opstarten, verbeteren en bedrijfszeker maken.
  • C10 Rekening houden met natuur, milieu, veiligheid en zorgsystemen.
  • C28 Een dierlijk gedrag in een leefgemeenschap begrijpen, ontwerpen, optimaliseren en realiseren (LB).
Toelichting:

Studenten kunnen diersoortafhankelijk gedrag op wetenschappelijk niveau in kaart brengen, beoordelen en de relatie met zoötechnische parameters inschatten ter optimalisatie van de zoötechnische, economische ecologische en ethologische parameters.

 

 

Studenten zullen zich een beeld vormen van het belang van ethologie in de huidige dierhouderij en praktijkgerichte oplossingen kunnen aanreiken voor complexe gedragsstoornissen in specifieke omstandigheden.

 

 

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Geen specifieke voorkennis vereist.

A. Type

  • audiovisueel materiaal
  • materiaal op WWW
  • Andere: Slides

B. Verplichte leermiddelen

Geen

C. Aanbevolen leermiddelen

Geen

A. Types

  • hoorcollege

B. Omschrijving

Tijdens de hoorcolleges wordt groepsdiscussie gestimuleerd.

A. Types

  • mondeling examen

B. Omschrijving

De studenten krijgen een aantal representatieve vragen gespreid over de leerstof. Zij hebben voldoende voorbereidingstijd om de vragen schriftelijk te beantwoorden. Als zij daarmee klaar zijn volgt het eigenlijk mondeling examen.Er wordt dieper ingegaan op de verstrekte antwoorden.

 

OA:
03203930
Code:
03203930
Vakcoördinator:
Bert Driessen
Semester:
1
Studiepunten:
2,3
Onderwijstaal:
Nederlands