De opname van een patiënt brengt enkele
juridische vraagstukken met zich mee; vrijheidsberoving en beheer van goederen zijn twee inhouden die essentiële informatie aanreiken voor een adequate verzorging van patiënten in deze fase. Eveneens worden 'de rechten van de patiënt' bestudeerd.
De mogelijke vrijheidsberoving plaatst ook
ethische dilemma's op de voorgrond. Bovendien doet een opname bij een patiënt steeds existentiële vragen ontstaan. Heel wat ethische vraagstukken om bij stil te staan.
Bij een opname zijn er twee processen die tegelijkertijd van start gaan. Enerzijds begint het diagnostisch proces (psychodiagnostiek & psychopathologie) en anderzijds wordt van bij aanvang een initiële behandeling gestart. Deze behandeling steunt doorgaans op twee peilers: de
psychotherapeutische relatievorming en de
psychofarmacologische interventie.
Verpleegkundige diagnosen die bij patiënten in deze fase om een professionele interventie vragen zijn onder meer: wanen, hallucinaties en agressie. Naast enkele specifieke verpleegkundige interventies in functie van de opname behandelen de sessies rond verpleegkundige zorg verpleegkundige diagnosen i.v.m. bovengenoemde psychopathologie.
Specifieke interventies en communicatieve vaardigheden in verband met angst en afhankelijkheid worden bestudeerd en getraind.
Het scala
verpleegkundige interventies die de verpleegkundige moet kunnen toepassen in deze werkcontext komen zowel theoretisch als praktisch aan bod.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Ethisch verantwoord verpleegkundig handelen.
- C02 Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context.
- C03 Een verpleegkundig professionele relatie aangaan gebruik makend van communicatieve vaardigheden.
- C06 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk en juridisch perspectief.
- C07 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.
- C08 Verpleegproblemen identificeren en onderscheiden.
- C09 Doelstellingen formuleren en zorgplan opstellen, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
- C11 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen.
- C13 Preventief zorgverlenen.
- C14 De zorg organiseren en coördineren op micro- en mesoniveau.
- C15 Handelen in functie van kwaliteitszorg.
- C20 Interprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen.
- C21 Open staan voor diversiteit in de samenleving.
- C22 Actief bijdragen tot de profilering van het beroep.
- C23 Open staan voor het maatschappelijke gebeuren en kritisch staan t.o.v. het economisch, sociaal en ethisch beleid.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving