Je staat stil bij het fenomeen levensbeschouwing in het algemeen en bij je eigen levensbeschouwing in het bijzonder. Je krijgt zicht op het de invloed van je omgeving op je persoonsontwikkeling en je levensbeschouwing. Verder maak je kennis met problematieken die verband houden met de relatie tussen levensbeschouwing enerzijds en cultuur, wetenschap, grenservaringen en verantwoordelijkheid / vrijheid anderzijds.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Een minimum aan communicatieve en cognitieve vaardigheden.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
syllabus
C. Aanbevolen leermiddelen
Bibliotheek: wetenschappelijke werken, tijdschriften.
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
- begeleide zelfstudie
B. Omschrijving
Hoorcolleges en werkcolleges worden afgewisseld. Studenten maken een werk waardoor ze een thema naar keuze uit de syllabus verder uitdiepen.
A. Types
- mondeling examen
- paper/werkstuk
- open boek
- individuele taak
B. Omschrijving
Monitoraat na afspraak