1. Toepassingssoftware - Database : gevorderde selectiequery’s, actiequery’s, complexere relaties, subformulieren en -rapporten 2. Programmeren met Visual Basic for Applications in Microsoft Excel: - Macro’s - Herhaling controlestructuren - Verkennen van het VBA-objectmodel voor Excel - Besturingselementen manipuleren en integreren - Probleemoplossend denken 3. Computerconfiguratie en netwerken - Installatie en beheer van besturingssystemen - Behandeling van gegevens (backup, compressie, beveiliging) - Theoretische achtergronden bij de bouw en werking van netwerken - Bouw en werking van het internet 4. Infrastructuur van het vaklokaal informatica - Klasopstelling en inrichting - Multimedia-apparatuur 5. Evaluatie - Mogelijke evaluatievormen voor informatica - Formuleren van evaluatiecriteria en –doelstellingen. - Evaluatietest opstellen, verbeteren en quoteren 6. Leerplannen - Vergelijking tussen leerplannen informatica uit de verschillende onderwijsnetten |
1. Inhoudelijk expert
2. Organisator
3. Onderzoeker
Competenties van het overeenkomstige OO in het voorgaande programmajaar verworven hebben of geslaagd zijn voor het vorige programmajaar.
Frans, R., "Access 2/3 - Office 2003", Campinia Media, Geel, 2005
Goris, M., "Computerconfiguratie en netwerken - deel 2", niet uitgegeven cursus, KHK, 2008
Pluymers, J., "VBA in Excel 2003", niet uitgegeven cursus, KHK, 2008
Diverse auteurs, "Vakdidactiek Informatica", niet uitgegeven cursus, VVKHO, 2008
Lessen programmeren beginnen met een klassikale aanbreng van nieuwe structuren, waarna geleide oefeningen worden gemaakt over de nieuwe structuren tijdens oefenpractica. Studenten vervolledigen de oefeningen zelfstandig buiten de contacturen.
Lessen computerconfiguratie en netwerken beginnen met een theoretische verwerving van inzichten betreffende functie, bouw en werking van besturingssystemen en netwerken. Tijdens het tweede deel van de les worden deze nieuwe inzichten toegepast tijdens werkcolleges in het hardware-labo.
Lessen gegevensbeheer beginnen met een klassikale aanbreng van nieuwe functies, waarna geleide oefeningen worden gemaakt over de nieuwe functies tijdens oefenpractica. Studenten vervolledigen de oefeningen zelfstandig buiten de contacturen.
Didactische onderwerpen in het kader van vakdidactiek informatica worden projectmatig en in taakvorm aangeboden. Behalve de gedrukte cursus wordt digitaal leermateriaal aangeboden via het elektronisch leerplatform.
Programmeren : Taken en opdrachten die in de loop van het semester al dan niet tijdens de contacttijd worden uitgevoerd, worden gequoteerd in het kader van permanente evaluatie. Aan het einde van het semester voeren studenten tijdens een praktijkexamen een examenoefening uit, waarin diverse aangeleerde structuren gelijktijdig aanwezig zijn.
Computerconfiguratie : Tijdens het uitvoeren van praktijkopdrachten in de practica in het hardware-labo worden studenten door de docent en door elkaar geëvalueerd op vooraf bepaalde en duidelijk meegedeelde criteria, in het kader van permanente evaluatie. De inzichten en kennis die verwoven werd tijdens de lessen, wordt getoetst in een mondeling examen, waarin alle behandelde onderwerpen evenwichtig aan bod komen, en waarin ook ruimte is om aangeleerde technieken praktisch te demonstreren.
Gegevensbeheer : Een aantal zelfstandig uitgewerkte oefeningen worden verbeterd en gequoteerd in het kader van permanente evaluatie. Aan het einde van het semester voeren studenten tijdens een praktijkexamen enkele examenoefeningen uit, waarin diverse aangeleerde functies gelijktijdig aanwezig zijn.
Vakdidactiek : Taken en opdrachten die in de loop van het semester al dan niet tijdens de contacttijd worden uitgevoerd, worden gequoteerd in het kader van permanente evaluatie. Aan het einde van het semester bewijzen studenten tijdens een schriftelijk examen hun beheersing van de beoogde competenties en de achtergrondkennis die daarvoor nodig is.
Verhouding van de quotering :
Permanente evaluatie : 30 %
Examen : 70 %