* Als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen - de student is bereid zijn/haar vakdidactische aanpak voortdurend te bevragen en bij te sturen en slaagt erin functionele vormingsdoelen en concrete doelstellingen te formuleren aangepast aan de doelgroep - de student kan een gerichte keuze maken uit werkvormen en didactische hulpmiddelen en kritisch met schoolboeken en andere lesmaterialen werken en lesactiviteiten vlot kaderen in leerplannen en eindtermen - de student kan efficiënt aan assessment doen en feedback geven
* Als Inhoudelijk expert - de student kan de nieuwe te verwerven woordenschat actief gebruiken en zelfstandig en gericht aan woordenschatuitbreiding werken - de student kan de uitgediepte aspecten van de grammatica verklaren, toepassen en didactisch ‘vertalen’- de student kan de elementaire aspecten van de woordleer verklaren -de student beheerst de vaardigheden in meer complexe taalsituaties -de student kan de Engelse literatuur en de andere kunstvormen uit de cursus, kritisch analyseren, zijn/haar gefundeerde analyse persoonlijk verwerken en ze zowel mondeling als schriftelijk verwoorden - de student kan deze leesvaardigheid ook toepassen op andere werken
* Als cultuurparticipant - de student kan informatie over de belangrijke fasen uit de Britse, Ierse en/of Amerikaanse geschiedenis opzoeken en toelichten en de aspecten van Ierland en/of ‘USA Today’ die in de cursus aan bod komen, presenteren en verklaren -de student kan zijn/haar appreciatie m.b.t. de Engelse literatuur en m.b.t. de andere kunstvormen waarmee hij/zij in contact komt, zowel schriftelijk als mondeling verwoorden.
* Als innovator - de student kan nieuwe werkvormen en leermethodes in het vreemdetalenonderwijs kritisch benaderen en zelf ontwikkelen (o.a. webquests)
* Als organisator -de student kan multimedia en ICT gebruiken in presentaties die hij/zij in coöperatieve leersessies voorbereidt en voorbrengt en een krachtige leeromgevng creëren (o.a. vakoverschrijdende excursie Engeland).
1ste examenperiode |
2de examenperiode |
3de examenperiode |
|||
% |
vorm |
% |
vorm |
% |
vorm |
|
|
50 |
examen |
80 |
examen |
|
|
30 |
presentatie |
20 |
Taak |
|
|
20 |
permanente evaluatie |
|
|
100% |
|
100% |
|
100% |
|
2de examenperiode: schriftelijke en mondelinge proef 50% / presentatie (didactiek / project Irish culture/ literature): 30% / permanente evaluatie: test zelfstudie woordenschat + 1 boekbespreking
3de examenperiode: examen: schriftelijke en mondelinge proef + taak (opgegeven bij examenbespreking)