Nederlands deel 4 (2009-2010)

Spelling : - oefeningen - didactiek spelling - spellingregelmethodes, algoritmische methodes en analoge methodes - verschillende systemen die in de lagere school gehanteerd worden met elkaar vergelijken Lezen : - toepassing van organisatorische leesvormen die in het eerste jaar niet aan bod zijn gekomen (forumlezen, leeskring), met speciale aandacht voor spreekvaardigheid. Uitdieping kinderliteratuur gekoppeld aan zelfstandige verwerking (opdracht semester 2)
Kunst in Zicht (afhankelijk van het aanbod in semester 1 en/of 2)
- bijwonen van één of twee theatervoorstellingen voor leerlingen van de lagere school

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 05. Leiding geven
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C04 Organisator.
  • C05 Innovator-onderzoeker.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:

1.1.  De student kan de beginsituatie achterhalen.

 1.2.  De student kan doelstellingen kiezen en formuleren.

 1.3.  De student kan leerinhouden –ervaringen selecteren.

 1.4.  De student kan leerinhouden -ervaringen structureren.

 1.5.  De student kan gepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.

 1.6.  De student kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen.

 1.7.  De student kan een krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit van de leergroep.

 1.8.  De student kan de observatie/evaluatie voorbereiden.

 1.9.  De student kan observeren en proces en product evalueren met oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.

 1.10.  De student kan omgaan met de diversiteit van de groep.

 2.5. De student kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.

 3.1. De student beheerst de basiskennis van de leerinhouden en volgt recente ontwikkelingen in leergebieden en leergebiedoverschrijdende thema’s.

 3.2. De student kan kennis en vaardigheden mbt leergebieden aanwenden.

 3.3. De student kan het vormingsaanbod situeren en integreren in het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen.

 4.1. De student kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen.

 4.4. De student kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.

 5.1. De student kan vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.

 5.2  De student is in staat kennis te nemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek.

 10.1. sociaal-politiek domein

 10.2. sociaal-economisch domein

 10.3. levensbeschouwelijk domein

 10.4. cultureel-esthetisch domein

 10.5. cultureel-wetenschappelijk domein

 

 

 

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • cursus
  • handboek

B. Verplichte leermiddelen

- bundels per lesgeheel zijn beschikbaar - eigen lesnota's die een aanvulling vormen op die bundels - leerplannen Nederlands (deelleerplannen Schrijven, Spreken en Luisteren, Lezen, Taalbeschouwing, Muzisch Taalgebruik, Drama en Schrift) - Woordenlijst Nederlandse Taal - Steevens, J.P., Spel correct - www.taalsite.nl - Taaltelefoon.vlaanderen.be

C. Aanbevolen leermiddelen

cd-rom Spel correct - Smedts, W. en W. Van Belle, Taalboek Nederlands. Kapellen, Uitgeverij Pelckmans, 2003. Paus, H. (red.), Portaal. Praktische taaldidactiek voor het primair onderwijs; Bussum, Uitgeverij Coutinho, 2002. Colpin, M. (e.a.), Leesrijk school- en klasklimaat. Leuven, Garant, 2002. Van Coillie, J., Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken? Leuven, Davidsfond/Infodok, 1999. Huizenga, H., Taal en Didactiek. Spelling. Groningen/Houten, Wolters-Noordhoff, 2003.

A. Types

  • hoorcollege
  • groepswerk
  • begeleide zelfstudie

B. Omschrijving

De inhouden komen aan bod via hoorcolleges waarin uiteraard heel veel praktische toepassingen en voorbeelden verwerkt zijn. Groepswerk, demonstratieactiviteiten en zelfstandige taken behoren eveneens tot de gebruikte methodes.

A. Types

  • schriftelijk examen
  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

- schriftelijk examen : examen over de leereenheden van het tweede semester - permanente evaluatie : taak uitdieping kinder- en jeugdliteratuur
1ste examenperiode 2de examenperiode 3de examenperiode
% vorm % vorm % vorm
20 Permanente evaluatie 20 taak
80 Schriftelijk examen 80 Schriftelijk examen
Een niet-correct schriftelijk taalgebruik heeft invloed op de evaluatie van het OO. Een onvoldoende voor schriftelijk taalgebruik kan leiden tot een onvoldoende voor het OO. Er worden monitoraten voorzien.
OA:
11268080
Code:
11268080
Vakcoördinator:
Nadine Diels
Semester:
2
Studiepunten:
3
Onderwijstaal:
Nederlands