Stage deel 1 (2009-2010)

Stage omvat de voorbereiding van de stage en de uitvoering ervan.
De stage  is opgedeeld in twee periodes en gaat door in twee verschillende stageklassen .  Elke stageperiode bestaat uit : observeren, participeren en zelf dingen doen in de kleuterklas.  De stage  wordt systematisch opgebouwd: van één naar meerdere ervaringssituaties per dag, van een dag- naar een (halve) week.


Binnen het opleidingsinstituut is begeleiding voorzien bij het uitwerken van de stages:

- nakijken van lesvoorbereidingen
- ondersteuning bij stappen in het thematisch werken
- individuele ondersteuning bij het uitwerken van dagplanning en weekplanning door leerbegeleider



A. Algemene competenties

  • 03. Kritisch reflecteren
  • 05. Leiding geven
Toelichting:

Kritisch reflecteren :

- De student kan zijn eigen functioneren in vraag stellen, analyseren en beoordelen. 

 

Leiding geven:

- De student kan zichzelf ten aanzien van kleuters profileren als leid(st)er.

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
Toelichting:

Teamgericht kunnen werken:

- De student kan zich inschakelen in het schoolgebeuren, hierbij participeert hij/zij actief aan de speeltijden.

- De student neemt zelf initiatief om afspraken te maken met mentoren en de directie van de school en wil deze afspraken ook  naleven. 

- De student toont bereidheid tot bespreking van zijn klaspraktijk ten aanzien van medestudenten, docenten en mentoren. 

- De student kan actief luisteren en correct omgaan met feedback en met respect voor de inbreng van anderen samenwerken. 

- De student kan in groep werken aan een stagethema, met voldoende aandacht voor ieders eigenheid.

 

Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën:

- De student integreert inzichten uit andere opleidingsonderdelen om deze toe te passen in de praktijk.

- De student kan kritisch kijken naar zijn klaspraktijk en gaat gericht op zoek naar mogelijke oplossingen, dit door het maken van stagereflecties.

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C04 Organisator.
  • C05 Innovator-onderzoeker.
  • C06 Partner van ouders en verzorgers.
  • C07 Lid van schoolteam.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:

Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:

- De student kan goed observeren.

- De student kan via deze observatie de beginsituatie van de kinderen en van de groep achterhalen.

- De student kan inspelen op de ontwikkelingsnoden van kinderen door te voorzien in een aanbod.

- De student kan dit aanbod vertalen in ervaringssituaties.

- De student kan deze ervaringssituaties goed uitwerken in een doordachte voorbereiding, met beginnende aandacht voor doelformulering.

- De student kan deze ervaringssituaties begeleiden met oog voor betrokkenheid en welbevinden van de kinderen.

- De student kan deze ervaringssituaties begeleiden met voldoende ruimte voor kleuterinbreng.

- De student kan reeds een ontwikkelingsrijk milieu voorzien.

- De student kan her en der stimulerende impulsen geven om het spel van de kleuters te verrijken.

- De student kan het geheel plaatsen in een logisch opgebouwde dagplanning.

- De student kan reeds een thema uitwerken.

- De student kan een inhoudelijk logische opbouw voorzien in dag- en weekplanningen.

- De student kan een thema zichtbaar aanwezig stellen in de klas.


Opvoeder:

- De student kan rekening houden met het welbevinden van individuele kleuters.

- De student kan een aanzet geven in het ervaringsgericht dialogeren met kleuters.

- De student kan zich inleven in de leefwereld van kleuters.

- De student kan een positief klimaat creëren voor de kleutergroep.

- De student kan zichzelf profileren als leid(st)er door grenzen aan te geven en duidelijke afspraken te maken met de kleuters.

- De student heeft oog voor welbevinden van de kleuters.


Inhoudelijk expert:

- De student kan de opgestoken informatie uit de modules integreren in de praktijk.

- De student kan de opgestoken vaardigheden uit de routes integreren in de praktijk.

- De student kan zelf gevonden informatie kritisch doorlichten en op een verantwoorde manier integreren in de praktijk.

Organisator:

- De student kan activiteiten vlot laten verlopen qua timing, veiligheid, opstelling van de materialen, groeperingswijze...

- De student kan actief participeren aan dagelijkse routine-activiteiten.

- De student kan administratieve taken beginnend overnemen.

- De student kan een hele dag vlot laten verlopen, door eerste stappen te zetten in de ruimere klasorganisatie: activiteiten opstarten, parallel begeleiden, opruimen en overgangen.

Innovator en onderzoeker:

- De student kan zijn eigen functioneren in vraag stellen en bijsturen aan de hand van stagereflecties en  een eigen sterkte/zwakteanalyse. 


Partner van ouders en verzorgers.

- De student bevraagt de mentor over gegevens van kleuters en weet hiermee discreet om te gaan.

- De student zorgt voor een vriendelijk, correct en beleefd contact met de ouders.


Lid van een schoolteam.

- De student zorgt voor een vriendelijk, correct en beleefd contact met mentor en andere teamleden. 

- De student hanteert een gepast taalgebruik en zorgt voor verzorgd voorkomen. 

 - De student informeert mentor en school tijdig over opdrachten , overlegt en biedt hulp waar nodig. 

- De student komt reglementen en afspraken goed na.


Cultuurparticipant.

- De student kan op basis van relevante informatiebronnen op de hoogte blijven van actuele maatschappelijke thema's.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • Andere: stageïnformatieboek,stage-opdrachten, studiewijzer
  • materiaal op leeromgeving

B. Verplichte leermiddelen

Stageopdrachten per periode. Alle documenten betreffende stage worden overzichtelijk samen gebracht  in een persoonlijk uitgewerkt stageboek.  Leerinzichten naar aanleiding van  groei in de beroepspraktijk worden geïntegreerd  in  persoonlijk ontwikkelplan/opleidingsportfolio.

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • stage
  • Andere: begeleiding bij stagevoorbereiding

B. Omschrijving


A. Types

  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

De beoordeling van stage is het resultaat van je prestaties tijdens stage-activiteiten doorheen het jaar. Indien je in dit onderdeel niet slaagt in de eerste zittijd, word je uitgesteld. Voor dit opleidingsonderdeel kan je niet herkansen in de derde examenperiode.
1ste examenperiode 2de examenperiode 3de examenperiode
% vorm % vorm % vorm
100 Permanente evaluatie
Er zijn begeleidingsmomenten voorzien bij het voorbereiden van de stages: nakijken van lesvoorbereidingen, nakijken van dagplanningen en weekschema's, begeleiding bij  het uitwerken van een thema.  Tijdens de stage krijgen studenten stagefeedback van de mentor en de bezoekende docenten.
OA:
11268880
Code:
11268880
Vakcoördinator:
Liesbet Francken
Semester:
1+2
Studiepunten:
6
Onderwijstaal:
Nederlands